Santa Irene

Van alle dagen die ik heb mogen meemaken deze Camino is vandaag toch wel een heel bizarre. Ik voelde mij vandaag toch wel een beetje ziek. Ik moest mijzelf dwingen te eten en het maag darm systeem was nagenoeg de gehele dag aanwezig. Niet misselijk, maar er een beetje tegenaan. En zweterig, vooral de eerste uren. Nu was de nacht in Casanova Lugo ronduit beroerd door het vele gesnurk en dat helpt gewoon niet mee de volgende dag. Wat mij vandaag door de dag heeft geholpen zijn: bananen, goed gezelschap vanaf halverwege en een enorme koppigheid om door te gaan en alle lichamelijke signalen te negeren. Lief lichaam, wil je het nog één dag volhouden, I love you.

De dag begon wat druilerig. Motregen en een heerlijke temperatuur voor een wandeling. Gedachten kwamen en gingen weer. Vooral over of ik vandaag wel zou halen en dat ik mij klote voelde. Afgewisseld met gedachten dat mijn lijf sterk is en dat alles na de eerste etappe richting Ronchevalles eigenlijk een eitje moet zijn. Zo kan je jezelf uren bezig houden. Toen het mij even te veel werd kwam ik een gezelschap uit Alaska tegen. Zij deden voor de lol een dagwandeling om de Camino een klein beetje te ervaren. Dat was leuk. Even een fijn gesprek tot aan Arzúa. Daar kwam ik ook Briley tegen die me wat moed in sprak tijdens een innige knuffel. Zij is zo sterk en pas 19 jaar! Ik heb een tosti met ei naar binnengewerkt. Niet van harte maar je moet toch eten. Ik had prima in Arzúa kunnen blijven maar besloot toch om door te wandelen.

Ik liep samen met een dame uit de VS en we hebben over van alles gesproken. Het was wel een beetje werken voor mij dat gesprek,maar het leidde wel een beetje af van mijn innerlijke protesten en gevoel. En toen ik het wederom niet meer trok bleek daar ineens een bar te zijn waar ik iets kon eten (zoet) en naar het toilet kon. Ook kwam ik daar Patricia tegen uit Ierland. 18 lentes slechts. Maar ook zij sleepte mij er doorheen en ik begon mijzelf weer beter te voelen en sterker. Dat was rond 14:00. Normaal ben ik dan al op de bestemming. Met haar heb ik nog ongeveer 10 kilometer gewandeld.

We spraken over de drie fasen van de Camino en ze herkende ze direct. Ook de behoefte om de laatste dagen een beetje uit het contact te gaan met andere pelgrims. Dus geen gezamenlijke maaltijden bijvoorbeeld. Het laatste stuk heb ik nog alleen gewandeld en ik ben terechtgekomen bij een fijne Albergue in Santa Irene. Een dag van mijzelf niet lekker voelen en toch 42 kilometer gewandeld. En hoewel ik snotter en hoest, de benen tintelen en ik over heel veel grenzen ben gegaan voel ik ook enige trots. Ik heb gewoon een marathon gelopen! Gewandeld weliswaar, maar wel met 760 kilometer in de benen. En morgen? Santiago is niet ver meer. Nog 23 kilometer te gaan. Buen Camino!

Santiago is niet ver meer.