Een basisinkomen als assetmanagement beheermaatregel?

Stel je voor dat jij jezelf volledig vrij zou voelen in het maken van jouw (maatschappelijke) keuzes. Dat je precies dat werk kon doen waar jij je gelukkig bij voelt. Dat je op jouw manier bijdraagt aan de samenleving en dat jij je daardoor gewaardeerd en nuttig voelt! Is het basisinkomen voor iedereen een goede beheermaatregel om maatschappelijke waarde toe te voegen?

Tijd voor een nieuw gedachte-experiment waarbij een maatschappelijk thema door een assetmanagementbril wordt bekeken. Om te bepalen of een keuze (beheermaatregel) goed is of niet moeten we deze kunnen afwegen. Daarvoor is een kader nodig met maatschappelijke waarden. De onderstaande waarden zijn net als in het vorige gedachte-experiment logischerwijs nog steeds het uitgangspunt.

Het risico dat in dit artikel wordt behandeld is “Inwoners Ongelijkheid!”

Figuur 1: Maatschappelijke waarden (wat vindt Nederland belangrijk?)
Complex

Voordat ik de diepte induik, eerst een relativerende opmerking over het begrip risico. Risico wordt gedefinieerd als kans x effect en gaat dus over gebeurtenissen. Voor een potentiële onwenselijke gebeurtenis kunnen proactief maatregelen worden genomen. Deze maatregelen hebben tot doel het potentiële risico te verminderen of op te heffen. Dat gebeurt alleen wanneer de maatregel de invloed op de maatschappelijke waarde verbeterd.  

Het risico “Inwoners Ongelijkheid” is daarmee strikt genomen geen gebeurtenis maar een fenomeen dat zich al over enkele decennia manifesteert en waarvoor al meerdere maatregelen zijn en worden genomen.

Een methode om een risico te modelleren is de bow-tie methode. Het is een oorzaak/ gevolg analyse. De uitdaging is om in een risicoanalyse de kern te raken en de onderlinge verbanden inzichtelijk te maken.

Een fenomeen als inwoners ongelijkheid blijkt complex. De verbindingen zijn overal aanwezig. Voor dit gedachte-experiment is de modellering zelf waardevol. Doordat onderlinge verbanden zichtbaar worden ontstaat er een beeld dat vragen en nieuwsgierigheid oproept.

model

Inwoners ongelijkheid als model. Links de oorzaken, rechts de gevolgen en aan welke maatschappelijke waarden dat raakt. Klik op de afbeelding om deze te openen.

Figuur 2; Bow-tie analyse van het risico “inwoners ongelijkheid”
Gevolgen

De gevolgen van inwoners ongelijkheid zijn het meest eenvoudig toe te lichten. Veel onderzoek is gedaan naar inwoners ongelijkheid en hoe dit een maatschappij kan ontwrichten. Niet gelijk zijn gaat in essentie over een inwendig oordeel van deugen en niet deugen. Dit zijn polariserende oordelen die we uiteindelijk dagelijks terug zien in het nieuws, ons gedrag en onze (politieke) keuzes. Inwoners ongelijkheid leidt altijd – niet verrassend – tot een aantasting van alle maatschappelijke waarden. De uiting van inwoners ongelijkheid is wantrouwen. De uitdaging waar de maatschappij voor staat is het keren van de trend van groeiende ongelijkheid, om zo de basis voor vertrouwen en een florerende samenleving te versterken. In het model zien we nadelige gevolgen voor de gezondheid (mentaal en fysiek), instabiliteit wat leidt tot onrust en geweld en een oneerlijke verdeling van hulpbronnen dat zich uit in sociale mobiliteit en de kwaliteit van huisvesting. Deze gevolgen beïnvloeden de maatschappelijke waarden met een negatieve trend.

Oorzaken

De oorzaken van inwoners ongelijkheid zijn lastiger te doorgronden. In het model heb ik vier grondoorzaken weergegeven. Toegenomen welvaart in de 20e eeuw, marktwerking, verzorgingsstaat en (etnische) achtergrond. Inwoners ongelijkheid is overigens niet hetzelfde als inkomensongelijkheid. Bovendien is er in de basis niet veel mis met inkomensongelijkheid, mits de start maar hetzelfde is en ook mensen die het minder hebben er nog steeds op vooruit gaan. De mate waarin de maatschappij kansen en ondersteuning biedt is helaas niet voor iedereen gelijk. Bij het spel Monopoly heeft iedere deelnemer gelijke rechten en gelijke kansen. Wanneer je langs start komt krijg je € 200,- en dat geldt voor iedereen, ongeacht iemands positie, rijkdom, huizenbezit en de hoeveelheid beurten iemand in de gevangenis heeft gezeten. Bovendien heeft iedereen die op een bepaalde straat terecht komt het recht om deze te kopen. Het is geen verplichting, maar een vrije keuze. Strategie, persoonlijke keuze, inzicht en de kosten bepalen meestal de beslissing. Gedurende het spel leiden dergelijke keuzes ertoe dat er ongelijkheid ontstaat in het bezit van de spelers.

Dat er onvrede heerst bij inwoners in Nederland heeft voor een belangrijk deel te maken met een ongelijke start en kansen voor mensen. Onze afkomst, seksuele voorkeur, uiterlijk, handicap, geloof, naam, etc. zijn maar al te vaak beperkende factoren voor gelijke kansen. De ongemakkelijke waarheid is echter dat dit gezien mag worden als discriminatie of zelfs racisme. Het wordt nog ongemakkelijker wanneer we beseffen dat deze patronen zo zijn ingesleten dat we er blind voor geworden zijn.

Dat ongemakkelijke principe zien we ook terug bij de verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat is een liberaal en progressief beginsel van gelijke kansen en heeft ons veel gebracht. Het heeft tot de jaren 80 geleid tot vermindering van ongelijkheid in bijvoorbeeld inkomen, beter onderwijs en rechtsgelijkheid. Echter heeft de invoering ook geleid tot het instandhouden van oude macht- en politieke structuren en heeft het nieuwe ongelijkheden voortgebracht. Dit zien we terug in arbeidsmogelijkheden, toegang tot diensten, benutting van rechten en verwaarlozing van plichten zoals het betalen van belasting.

Er schuilt enige ironie in de toegenomen welvaart van in de 20e eeuw. Het heeft gezorgd voor enorme technologische ontwikkelingen en daarmee flinke economische groei. Het heeft er ook voor gezorgd dat inwoners beter voor zichtzelf konden zorgen. Het individu is tegenwoordig belangrijker dan ooit. En deze individualisering heeft ons veel gebracht in de wijze waarop mensen zich uitten en voor zichzelf opkomen. Emancipatie van de vrouw, de LHBT beweging en de racisme discussie zijn voorbeelden. Mensen zoeken naar zingeving in hun bestaan vanuit hun eigen identiteit. De eigenwaarde wordt niet langer onderdrukt, maar schreeuwt om gezien te worden. Er is daarmee een enorme druk ontstaan op eigenwaarde en het maken van eigen keuzes. Maar dat er (nog) geen balans is, moge duidelijk zijn. De maatschappij en hoe deze functioneert is systemisch ziek en maakt mensen ziek. Economische groei vertaalt in systemen en cijfers zijn belangrijker geworden dan mensen. Een systeem dat draait om geld, rendement en efficiency. Willen we dit systeem veranderen dan valt er heel wat te overwinnen. Niet in de minste plaats onze eigen overtuigingen.

basisinkomen als beheermaatregel

Een radicale verandering is het veelbesproken basisinkomen. De hang naar eigenwaarde en keuzevrijheid bij het vervullen van eigen dromen maken het nagenoeg ondenkbaar dat het basisinkomen er uiteindelijk niet gaat komen. Er is in de geschiedenis al veel geëxperimenteerd met het basisinkomen. Rutger Bregman, heeft grondig onderzoek gedaan naar het basisinkomen en dit in een historisch perspectief geplaatst. Bottomline, het basisinkomen is geen nieuw idee. Zo heeft Amerika onder president Nixon bijna het basisinkomen ingevoerd. Het is uiteindelijk gesneuveld doordat de democraten er niet mee konden instemmen. Het basisinkomen was niet hoog genoeg. Hoe anders zou de wereld er vandaag uit hebben kunnen zien?

Vanuit onze overtuigingen (of in ieder geval de overtuiging van velen) heerst een dwangmatige regel dat iedereen moet werken voor zijn geld. En mensen die geen geld hebben, werken niet hard genoeg, zijn luie donders of zijn gewoon dom. Een hardnekkig misverstand! Mensen die arm zijn, zijn niet dom, maar hebben een gebrek aan geld. Het gebrek aan geld maakt dat mensen andere (in vele ogen domme) keuzes maken. Net zoals een assetmanager andere keuzes gaat maken als er weinig geld beschikbaar is voor het nemen van maatregelen. Dat zijn geen domme keuzes, maar keuzes die passen in de context waarin die keuzes moeten worden genomen.

Waarom een basisinkomen?

Veel mensen zit vast in hun baan. Schattingen lopen uiteen van 20-40%! Er zijn zelfs mensen die zeker weten dat hun werk niets bijdraagt. Soms gaan de werkzaamheden in tegen al hun principes. Het is werk dat, als het niet zou worden gedaan, door niemand wordt gemist. Dit soort banen wordt ook wel “bullshitbanen” genoemd. Het was de Amerikaanse antropoloog David Graeber die het fenomeen introduceerde. Het beeld dat hij schetst, verklaart een hoop hedendaagse fenomenen die we ook terugzien in de risicomodellering in figuur 2. De almaar uitdijende bureaucratie in bedrijven, bijvoorbeeld, waar niets of niemand effectiever of productiever van wordt. Ondanks dat mensen zich vast voelen zitten in hun baan, zijn er weinig tot geen prikkels om deze te verlaten. Uiteindelijk geeft de baan zekerheid en onbevredigende maar bekende zekerheid is vaak nog altijd comfortabeler dan onbekende onzekerheid. De rekening moet immers worden betaald. We zijn kennelijk zo rijk, dat deze banen zonder problemen in stand kunnen worden gehouden.

Het cruciale werk wordt gedaan in de zorg, op straat, in het onderwijs, de schoonmaak, etc. Dergelijk werk wordt maatschappelijk ondergewaardeerd en onderbetaald. Ten opzichte van de geïnvesteerde euro’s leveren deze banen echter meer op dan ze kosten. Het werk zorgt voor de grootste bijdrage aan de maatschappelijke waarden Sociale samenhang, Veiligheid en Welzijn en (volks) gezondheid. Heel veel nuttig en belangrijk werk is bovendien vrijwilligerswerk en dus onbetaald. Bij het wegvallen van dit werk stort het land in. De inregeling van werk en wat werk inhoud is dus een fundamentele vraag die we ons zouden moeten stellen. Het zou een uitdagend politiek debat worden.

Een basisinkomen geeft iedereen de kans om zelf te kiezen waar hij of zij gelukkig van wordt. Daarmee kunnen we als maatschappij opnieuw uitvinden wat werk zinvol maakt of niet. Het is immers op zich opmerkelijk te noemen dat mensen die hun eigen weg kiezen en hun hart volgen worden gezien als dapper. Ze worden met veel respect nagekeken. Ook met scepsis. Je geeft toch zeker je zekerheden niet op? Het geeft aan dat we massaal gevangen zitten in het keurslijf van een maatschappij dat pretendeert dat we volledig vrij zijn in onze keuzes en ons handelen.

Met een basisinkomen geven we de inkomenszekerheid niet meer op. Het neemt de inkomens ongelijkheid niet weg, maar het zorgt er wel voor dat iedereen eenzelfde uitgangspunt heeft, net als bij Monopoly. Daarbij dient het basisinkomen onvoorwaardelijk te zijn. Voor altijd, voor iedereen.

Tegenwerpingen

Een basisinkomen voor iedereen. Voor velen blijft dat vloeken in de kerk. Oude dogma’s en overtuigingen dat je moet werken voor geld zijn nog volop aanwezig. De paradox is dat je niet zou moeten werken voor je geld, maar doordat er geld is kan nuttig werk worden gedaan. Werk dat bijdraagt aan een prettiger maatschappij waarin mensen zinvol werk kunnen doen en daardoor gelukkiger en gezonder zijn. Uiteindelijk wil iedereen (arm of rijk) zich nuttig kunnen maken in een maatschappij en iets betekenen voor die maatschappij. Niemand wil wegkwijnen door werkeloosheid. Of in een bullshitbaan.

Tegenstanders noemen een basisinkomen een onbetaalbare linkse utopie. Berekeningen laten het tegendeel zien. We zijn zo rijk dat we een basisinkomen prima kunnen veroorloven. Net zo goed als we bullshitbanen in stand kunnen houden. Een flink deel van het bureaucratische belastingstelsel kan worden opgedoekt. Een onvoorwaardelijk basis inkomen vervangt toeslagen, uitkeringen en kwijtscheldingen. Dat levert enorme besparingen op. Het staat bovendien vast dat het maken van eigen keuzes en het vinden van zingeving mensen gezonder maakt. De zorgkosten kunnen dus ook omlaag.  

Een basisinkomen leidt tot meer bewustzijn van ons bestaan, namelijk weten welke waarde jij toevoegt voor de maatschappij en voor jezelf. Doen waar je blij van wordt in plaats van onderdeel uitmaken van een competitie de beste te zijn qua inkomen, succes, aanzien en status. Wanneer je doet waar jij blij van wordt ben je ook beter in staat om contact te maken met jezelf. Waardoor je beter voor jezelf gaat zorgen en ook beter voor elkaar gaat zorgen. De vraag die je daarbij kan stellen is: “zorgt een basisinkomen voor een dieper bewustzijn naar mijzelf en mijn omgeving waardoor er ruimte ontstaat om bij te dragen aan datgene wat echt belangrijk is? Het antwoord op die vraag lijkt bevestigend te zijn.

Door een basisinkomen stijgt de koopkracht en wordt er meer geconsumeerd. Dit is goed voor de economie. Maar tegelijkertijd is consumentisme misschien wel de grootste vervuiler van onze planeet. Toenemend consumentisme als effect van het basisinkomen staat op gespannen voet met het behalen van de klimaatdoelen. Of zorgt het juist voor meer bestaansbewustzijn zoals hierboven beschreven. Steeds meer mensen volgen een vegetarische of veganistische leefwijze. Consumeren op een andere manier, doen vaker aan hergebruik en willen bijdragen aan een duurzamere wereld. Bestaansbewustzijn en voelen wat werkelijk belangrijk is zou dit mogelijke consumentisme direct weer teniet kunnen doen. Maar dat kan natuurlijk ook wishful thinking zijn.

Van een dalende naar een stijgende trend

De beheermaatregel basisinkomen gaat het risico niet van vandaag op morgen oplossen. Net zoals het risico zich over meerdere jaren (decennia) manifesteert, zal het basisinkomen zich ook over meerdere jaren moeten manifesteren om ons beeld over welvaart, werk en inkomen drastisch te veranderen. Oude politiek helpt daar niet bij, hoewel er vanuit historisch perspectief wel van geleerd kan worden. De tijd heeft vele verandering gebracht en we staan als maatschappij voor een nieuwe verandering. Geen verandering in de tijd, maar een verandering van de tijd. En dat verloopt chaotisch. Kijk maar om je heen.

Figuur 3: Invoeren van een basisinkomen en het effect op de maatschappelijke waarden

Door de verbinding te zoeken met de maatschappelijke waarden (figuur 1) ben ik uitgegaan van hetzelfde uitgangspunt van de waarden van het eerste gedachte-experiment van 24 januari 2019. Alle waarden staan onder druk en de tijd waarin wij ons bevinden lijkt deze waarden verder onder druk te zetten.

Echter door deze maatregel in te voeren kunnen de waarden worden omgebogen in een stijgende trend. Het basisinkomen gaat zeker niet alle oorzaken oplossen. (On)bewuste discriminatie wordt er niet mee opgelost en ook de gelijke kansen voor iedereen zal niet worden opgelost. Inkomensongelijkheid wordt er ook niet mee opgelost, maar wel verkleind. Wat het basisinkomen vooral kan brengen is zingeving voor iedereen. Door die zingeving gaan mensen zich wel meer gelijk voelen, ondanks de verschillen. En dat uit zich positief aan alles wat zich aan de gevolgkant begeeft. Wanneer de maatregel daadwerkelijk betaalbaar blijkt (kosten minus de opbrengsten) en we zouden de overige waarden uitdrukken in een monetair equivalent dan is het bijna beschamend dat het basisinkomen nog niet is ingevoerd.

Oneens?

Het kan natuurlijk zijn dat je het volstrekt oneens bent met alles wat hierboven is geschreven. Je hebt dan tenminste geleerd hoe je een risico kunt modelleren. En daar is dit artikel natuurlijk ook voor bedoeld.

Bronnen

Rutger Bregman;  “Gratis geld voor iedereen” 6e druk (2016)

Roland Boer;  “Klimaatdoelen onhaalbaar? Niet met dit assetmanagement gedachten-experiment!” (2019)

VPRO tegenlicht; “Mijn bullshitbaan” (2018)

Nienke de Haan; “Grote ongelijkheid is desastreus voor de samenleving én de economie” (2018)

Albert Benschop; “Sociale ongelijkheid en collectief handelen” (2010)

Johan Graafland en Bjorn Lous; “Inkomensongelijkheid voedt ongelijkheid in geluk en wantrouwen” (2018)

Monique Kremer, Mark Bovens, Robert Went; “WRR: Ongelijkheid is ook in Nederland een kwestie” (2014)

C.J.M. Schuyt: “Op zoek naar het hart van de verzorgingsstaat” (1991)

Jan Rotmans: “Omwenteling” (2017)

Klimaatdoelen onhaalbaar? Niet met dit assetmanagement gedachten-experiment!

Is het mogelijk om met een assetmanagement methodiek de huidige klimaatproblematiek te beschouwen door het maken van morele keuzes? Niet als absolute waarheid, maar als een gedachten-experiment?

Een gedachten-experiment voor het toetsen van klimaatoplossingen aan maatschappelijke “waarden.” Van belang daarbij is dat ingeschat kan worden op welke waarden het huidige klimaat invloed heeft en het effect van het nemen van maatregelen op deze waarden. Assetmanagement gaat over keuzes maken. Keuzes waarbij de logica voorschrijft dat maatregelen met de grootste waarde t.o.v. de kosten van die maatregel als eerste worden gekozen.

Voor deze morele uiteenzetting heb ik dat impliciet gedaan. De hypothese is dat de onderstaande waarden het maatschappelijke uitgangspunt vertegenwoordigen. De asset is het klimaat. Het risico is het niet halen van de klimaatdoelstellingen.

Maatschappelijke waarden (wat vindt Nederland belangrijk?)

Huidige situatie

Hoe gaat Nederland de klimaatdoelstellingen halen? Nederland wil van het gas af. Tegelijkertijd lijkt er al gekozen voor een alternatief in de vorm van een all-electric maatschappij. Maar waarom? Politiek gezien een mooi gebaar naar Groningen. Maar ook zonder Groningen is er nog altijd meer dan voldoende gas waar nog heel wat jaren van geprofiteerd kan worden. Daarbij is de CO2 uitstoot van gas nog altijd betrekkelijk laag zeker in vergelijking met het alternatief. Bovendien is Nederland gezegend met een fijnmazig en betrouwbaar gasnet wat prima dienst kan doen als transport systeem voor waterstof. Iets wat o.a. Kiwa uitgebreid heeft onderzocht. Het instandhouden en dus gebruiken van het gasnet bespaart vele banen en creëert ook nieuwe banen omdat het een enorme stimulans voor verdere innovatie van het (goedkoper) produceren en distribueren van waterstof.

Ondanks meerdere gesubsidieerde waterstofprojecten lijkt er weinig gehoor voor waterstof in de politiek. Nederland moet immers massaal aan de warmtepomp. Los van het feit dat al die warmtepompen bij elkaar heel wat decibellen zullen gaan produceren moeten deze ook maar gekocht kunnen worden. Het idee is dat de warmtepompen daardoor ook snel goedkoper zullen worden en dus beter bereikbaar voor de consument. Vraag en aanbod én capaciteit gooit misschien roet in het eten. De (noodgedwongen) vraag zal stijgen, maar is er dan nog voldoende aanbod? De hoeveelheid werk dat de plaatsing van al die pompen oplevert vraagt een capaciteit van installateurs die vermoedelijk niet geleverd kan worden. Mocht deze hele exercitie toch gaan lukken, dan heeft Nederland in 2030 heel veel overbodige miljarden uitgegeven als Staat én burger. Daarnaast heeft Nederland dan een nieuw fenomeen geïntroduceerd: geluidvervuiling als equivalent van lichtvervuiling. Maar wat deze miljarden werkelijk overbodig maakt is dat het afkoppelen van gas voorlopig helemaal niets aan de klimaatdoelstellingen bijdraagt.

Andere maatregelen

Maar er zijn meer maatregelen. Nederland wil (net als vele landen om ons heen) af van benzine en diesel. Nu en de jaren erna worden maatregelen getroffen die het rijden in benzine of dieselauto’s verder ontmoedigt. Ik ben voorstander, al is het alternatief nog wel wat karig in termen van actieradius, “laadtijd” en kosten. Maar het lijkt mij heerlijk om elektrisch te kunnen rijden zodra – mede door innovatie – deze problemen zijn opgelost. Elektrisch rijden zorgt voor miljarden investeringen. Maar terugkijkend naar de klimaatdoelstellingen lost het maar weinig op. Het terugdringen van de schadelijke uitstoot wordt grotendeels weer teniet gedaan door het produceren van accu’s. Dit is geen klimaatvriendelijk proces. Nog los van het winnen van de benodigde grondstoffen die nodig zijn voor accu’s. De stijgende vraag naar grondstoffen als Kobalt, Nikkel, Grafiet en natuurlijk Lithium zullen de prijzen opdrijven. Ondanks dat accu’s de afgelopen jaren veel goedkoper zijn geworden. Bovendien zijn de landen waar dit wordt gewonnen niet altijd het meest stabiel. Nederland kan zich dus hardop de vraag stellen of het elektrisch rijden wel betaalbaar is op korte termijn. Veel mensen willen wel, maar kunnen het niet. Als straf mag daarom meer betaald worden voor het blijven rijden met de vertrouwde brandstofmotor. Die overigens de laatste jaren veel schoner en zuiniger is geworden.

Elektrisch rijden begint pas echt bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen wanneer de accu wordt vervangen door een brandstofcel. Misschien is er dus meer nodig dan 2,2 miljoen subsidie. De huidige focus om van het gas af te gaan is misschien wel een goede focus, maar dit lijkt niet het juiste moment. Als we de huidige plannen projecteren op de maatschappelijke “waarden” dan kan dat worden samengevat in één kleine tabel.

De sociale samenhang is over het algemeen sterk in Nederland. Hoewel het vertrouwen in de politiek relatief laag is zal deze niet beter worden wanneer inwoners op kosten worden gejaagd. Van innovatie is niet echt sprake omdat deze niet erg wordt gestimuleerd. De veiligheid wordt niet beter of slechter maar de (volks) gezondheid, welzijn en welvaart zal voor burgers eerder afnemen dan toenemen. Klimaatdoelen hebben direct impact op deze waarden en de maatregelen worden direct gevoeld in de portemonnee.

Tel daarbij op dat op 21 januari 2019 bekend werd dat het kabinet 9 megaton CO2 meer moet reduceren dan voorzien. De maatregelen waaraan gedacht wordt is het sluiten van kolencentrales, nog verder verhogen van de energierekening en het verlagen van de maximale snelheid. Dat deze extra reductie los staat van het klimaatakkoord doet er eigenlijk niet toe. De politiek is verdeeld. Bedrijven belasten zorgt voor een rem op economische groei en burgers laten betalen brengt ook de nodige economische schade toe. (Assetmanagement) keuzes zijn niet altijd makkelijk.

Technische oplossingen

Techniek maakt het leven vaak makkelijker en het heeft de wereld veel gebracht. Ook nu wordt er veel hoop geput dat techniek en nieuwe technologie de klimaatproblematiek kan verhelpen of tenminste reduceren. Maar laten we dan wel een andere oplossing kiezen dan los van gas. Als er dan toch wordt ingezet op techniek, beperk het dan niet. Laten we inzetten op waterstof. De grondstof hiervoor is er in overvloed en is makkelijk verkrijgbaar. Er is geen schaarste en de toepassingen zijn eindeloos. We zijn niet afhankelijk van andere landen en onstabiele regimes. We hebben de infrastructuur om waterstof te transporteren. Innovatieve oplossingen worden reeds nu al bedacht om waterstof makkelijker, goedkoper en duurzamer te produceren. Waterstof is bovendien een goede vorm van energieopslag. Windmolens en zonnepanelen leveren heel veel groene energie. Maar die energie moeten we wel direct gebruiken om er profijt van te hebben. Het overschot van deze groene energie zou direct ingezet kunnen worden voor het fabriceren van waterstof. Ook de industrie produceert al grote hoeveelheden (grijze) waterstof per jaar. Waterstof lijkt het antwoord te zijn op de klimaatproblematiek, maar in het regeerakkoord zien we er weinig tot niets van terug. Het draagt wel goed bij aan de maatschappelijke waarden.

Over een andere boeg

Wanneer we de blik verruimen door ook niet technische oplossingen te bedenken komen we onherroepelijk uit bij de veestapel. Wist je dat wanneer een gemiddeld gezin (2,2 personen) een vegetarisch dieet zouden volgen dit jaarlijks 1.100 kg CO2 reductie geeft? Een snelle rekensom maakt dat als iedere Nederlander dus een vegetarisch dieet zou volgen dit tot een CO2 reductie leidt van 8,6 miljard kg CO2. Dit geeft maar aan hoeveel uitstoot de veestapel met zich meebrengt. Als een volledig plantaardig dieet zou worden genuttigd dat is de reductie nog veel groter. Een significante bijdrage dus aan de klimaatdoelstellingen. Laat ik dat iets verder “onderzoeken.”

Doordat er veel minder vee is komt er een enorme hoeveelheid grond vrij. En heel veel grond in Nederland is veengrond. Om veengronden geschikt te maken voor veeteelt mag het niet te nat zijn. Nadeel van droge veengronden is dat het CO2 afgeeft. Een natuurlijk proces. Met de klimaatverandering en toenemende droogte wordt de hoeveelheid CO2 afgifte enkel maar groter. Nederland is kennisland en gidsland hoe om te gaan met water. Door veengronden voldoende vochtig te houden wordt de CO2 afgifte gereduceerd en is er door de beschikbaar gekomen grond ruimte voor het verbouwen van plantensoorten en gewassen die een vegetarisch of veganistisch dieet verder bevorderen. Het veen in Nederland stoot een vergelijkbare hoeveelheid CO2 uit als een kolencentrale. Overigens, Nederland moet vanaf 2021 de hoeveelheid natuurlijke CO2 uitstoot met ruim een derde verminderen. Minder vee geeft dus ook nieuwe mogelijkheden en kansen.

Steeds meer raken mensen ervan doordrongen dat het consumeren van (te) veel vlees negatieve effecten heeft op de gezondheid van mensen. Rood vlees en bewerkt vlees zoals vleeswaren worden in verband gebracht met beroerte, diabetes type 2 en kanker. Ook rauw vlees of verbrand vlees zijn schadelijk. Het stoppen of minimaliseren van vlees in ons dieet zou een direct positief gevolg hebben op de kosten voor de gezondheidszorg. Er zouden miljarden vrij komen! Niet enkel vanwege de verminderde zorg die mensen nodig hebben, maar ook het ziekteverzuim zou drastisch dalen.

Boeren hebben natuurlijk wel wat weg te slikken. Hun inkomen dreigt weg te vallen met deze maatregel en de LTO is direct op ramkoers. Met de besparingen op de gezondheidszorg kunnen boeren worden gesubsidieerd om over te stappen op plantaardige productie. In een vegetarische en veganistische wereld met zoveel beschikbare grond kan heel veel verbouwd worden wat een enorme bloei van het boerenbedrijf betekent. De boer wordt de drijvende kracht achter de toenemende volksgezondheid en het herstellende klimaat! En de wolf hoeft ook niet meer te worden afgeschoten.

Er “leven” in Nederland ruim 12 miljoen varkens (+2 miljoen waarvan we niet wisten dat ze er waren). Ver van ons weggestopt in megastallen.  Met 0,8 m2 tot 1,3 m2 (resp. geen beter lever keurmerk tot 3 sterren keurmerk) heb je het als vleesvarken maar te doen. Dat is de grootte van een gemiddeld toilet. En dan op, naast, boven en onder elkaar gestapeld. Ik heb het alleen nog over varkens. Laat dat even op je inwerken.

RUIMTE VOOR BEZINNING

Ik vind vlees op zijn tijd best lekker. Maar om meerdere redenen groeit het maatschappelijk besef dat de huidige vleesconsumptie niet meer kan. Dus  weg met de veestapel! Stoppen met vlees eten is met stip de meest liefdevolle daad die we als mensheid voor mens en dier kunnen doen.

Als we het over een andere boeg gooien levert deze gedachten-oefening best een mooi plaatje op wat weinig toelichting nodig heeft. Niets wordt slechter, veel wordt beter. Winst aan alle kanten. Maar wat houdt ons tegen om voor deze maatregel te kiezen?

Nederland als kennis- en gidsland

Nederland is een kennis en gidsland. De hele wereld kijkt naar onze strijd tegen en de omgang met water. Nederland is misschien wel de waterautoriteit van de wereld. Onze kennis is een exportproduct. Ook op technologisch gebied staat Nederland hoog in aanzien. Veel technische innovaties zijn in Nederland bedacht.

Echter als het gaat om verduurzaming loopt Nederland eerder achter de troepen aan dan erop vooruit. Niet voor niets dreigt Nederland de klimaatdoelen niet te halen. Wanneer we vol inzetten op het gebruik en toepassen van waterstof levert dan een enorme innovatiekracht op. Als we deze innovatie ook nog combineren met een voornamelijk plantaardig dieet, dan zien we ook sociale innovatie ontstaan.  Ik hoop dat mensen op het punt staan het traditionele denken te verruilen voor het nieuwe denken. Anders denken, anders handelen en daardoor weerstanden overwinnen. Met elkaar, maar vooral in onszelf. Dat maakt andere maatregelen beter bereikbaar.

Nederland kan een leidende rol pakken in de wereld. Door te doen en lef te tonen. Door afscheid te nemen van bedrijven en instituten die niet langer voor ons werken maar tegen ons doordat ze vasthouden aan oude tradities, en (macht)patronen. Bedrijven die de slag om te veranderen hebben gemist omdat ze onvoldoende wendbaar zijn. Bedrijven en instituten die profiteren van economische groei maar wanneer het slecht gaat dat afwentelen op de politiek en burgers. Het is niet raar dat het vertrouwen in de politiek historisch laag is. Er lijkt geen visie te zijn, sprake van korte termijn denken, er wordt gepolariseerd en verdeeldheid gezaaid. Maatregelen die genomen worden kunnen niet goed worden uitgelegd. Het kleine Nederland lijkt van Gas Los maar heeft de potentie om heel groot te worden. De vraag is of we om dat te bereiken onze eigen schaduw durven te aanschouwen. Als we daartoe in staat zijn wordt ook de sociale samenhang groen. Want deze klimaatproblematiek pak niet jij of ik aan, maar wij allemaal.

In dit gedachten-experiment is geen aandacht gegeven aan al die burgers, bedrijven, organisaties die op elk hun eigen wijze invulling geven aan het verduurzamen van de maatschappij. De wereld begrijpt steeds beter dat plastic niet meer kan en stiekem zijn wij best trots op “onze” Boyan. De week van de duurzaamheid en circulariteit is nog maar net achter de rug. Nederland begint steeds meer te glinsteren van zonnepanelen op daken (hoewel dat in het noorden vermoedelijk niet zal toenemen). Al deze mooie initiatieven maken Nederland en de wereld net een beetje beter begaanbaar. Er gebeuren dus heel veel goede dingen. En ook dit assetmanagement gedachten-experiment is in feite niets nieuws. Tal van organisaties en (lagere) overheden gebruiken al bedrijfswaarden in een afwegingskader (risicomatrix) om keuzes te maken. Hoewel de politieke kleur hier en daar wat andere accenten kan geven zou het fundament van deze waarden niet heel anders moeten zijn. De vraag is of de huidige waarden vanuit de politiek nog wel aansluiten bij de waarden van de huidige tijdsgeest.  De symbolische – door het Bulletin of the Atomic Scientists bijgehouden – “Doomsdayclock” staat sinds 25 januari 2018 op 2 voor twaalf. Er is dus meer (of iets anders) nodig!

Wat ga jij doen?

De vraag is nu, wat ga jij doen? Laat jij je stem horen? Ga je onderzoek doen? Ga je dit artikel aanvullen, liken of delen? Assetmanagement is best leuk en soms een beetje spannend.