Muxía

Van het einde van de wereld naar Muxía. Mooie wandeling, zeker toen ik besloot een alternatieve route te wandelen langs de kust. De zee is zo blauw en helder. Tussen Finisterre en Muxía liggen niet veel dorpjes. Eentje daarvan was iets groter en wonderschoon. Met een riviermonding in zee. Ria de Lires. Nog nooit heb ik zoveel vissen gezien. En meeuwen, reigers, eenden. Een heel eigen ecosysteem. Ik vond het magisch. Ik ben meerdere pelgrims tegen gekomen maar die liepen naar waar ik vandaan kwam en andersom.

Muxía zou een van de mooiste plaatsen in Galicië zijn heb ik mij laten vertellen. En ja, er zijn zeker mooie plekjes, maar een mooie plaats is voor mij wat overdreven. Het is er wel schoon en een stuk groter dan ik mij had voorgesteld. Voor de laatste keer heb ik ingecheckt bij een albergue. En direct de beste die ik op deze reis heb gehad. Goede bedden, fijne douches en schone en voldoende toiletten. Een eigen nachtlampje en stopcontact en een prettige keuken. De naam van de albergue is Bellamuxía.

Lena is ook in Muxía. We hebben wat gedronken en ik heb eerst gegeten. Daarna zijn we samen naar het strand geweest. Het was heerlijk om na een straffe wandeling (30 kilometer in zes uur) wederom een duik in zee te kunnen nemen. Lena had haar ukelele meegenomen en tokkelde wat liedjes. De gedachte nu klaar te zijn en even niets moeten gaf een heerlijk gevoel van rust.

Eenmaal terug in de albergue wachtte een heerlijke verrassing. De eigenaren hadden een enorme pan pasta gemaakt voor de pelgrims. En die was werkelijk heerlijk. Gratis en voor niets. Straks voor een laatste keer de zonsondergang bewonderen vanaf het eindpunt in Muxía. Gisteren was dat in Finisterre. Morgenochtend vroeg met de bus naar Santiago. Het lopen zit erop. Klaar. Fini. Done.

Wat kille feiten voor de liefhebber: 378 officiële kilometers. 444 niet officiële kilometers (wat je daarnaast nog loopt). Het equivalent van 572.000 stappen, 66.000 calorieën en 4750 actieve wandelminuten.

En daarmee sluit ik mijn laatste blog van deze reeks af. Heb ik een antwoord op al mijn vragen? Nee, maar ook deze Camino zal nog even doorwerken. Was het een mooie ervaring? Zeker weten en ik had het niet willen missen.

De persoonlijke gesprekken, de stiltes, de uitzichten, de gedachten, de inzichten, de warmte, het afzien, de vreugde, de leemten, lachen, stralen, voelen, zijn en leven!

Buen Camino!

Laatste keer de zee in Muxía

Het einde van de wereld

Ik heb het gehaald. Het einde van de wereld. Ben ontzettend blij maar heb ook gemengde gevoelens. Wanneer je een flink stuk hebt gewandeld en je bereikt dan het einde, dan is het wat jammer dat je vlak voor het 0 kilometerpunt de realiteit van alle dag terugziet. Een flinke parkeerplaats met vele auto’s en tourbussen. En souvenir winkeltjes. Niet het eerste beeld dat in je opkomt en bij het einde van de wereld.

Maar, het uitzicht was wederom fenomenaal. Leeg eigenlijk. De oceaan blijft een wonderlijk fenomeen. Zo’n enorme hoeveelheid water zo ver als het oog reikt en dan nog veel verder. Als we toch van de zee drinkwater konden maken (dat kan maar is heel erg duur) dan was er enkel overvloed. De waarheid is dat slechts 2% van het water op aarde drinkbaar is. En dat wordt steeds minder.

Ik had een korte wandeling voor de boeg vanuit Cee. Na een redelijke nacht en een lekker ontbijtje ben ik Veel uitgewandeld om na 12 kilometer in Finisterre aan te komen. Dat was al om half twaalf vanmorgen. Het was op stukken een mooie wandeling en Finisterre zag je al van een flinke afstand liggen. Ik heb een kamer geregeld in een hostel, heb mijn rugtas laten staan en ben met portemonnee, telefoon, paspoort, zwembroek en handdoek op pad gegaan naar de Kaap. Ofwel het einde van de wereld.

Eenmaal daar heb ik natuurlijk veel foto’s gemaakt. Maar ook voor veel anderen die mij vroegen een foto van hen te maken. Van mede pelgrims, toeristen en verliefde stelletjes. Op de Kaap heb ik wat broodjes gegeten en daar was ineens Helena. Mijn Camino vriendin uit Duitsland. Zij ging terug, ik bleef nog even. Maar hoe fijn is het om elkaar dan weer te zien.

De dag sukkelt voort. Ik ben met mij hoofd al deels bij de wandeling naar Muxia. De laatste van deze Camino. Ook het werk laat zich even in mijn gedachten gelden. Rechts van mij zie ik mensen een flinke heuvel beklimmen terwijl ik uitkijk over de zee.

Zittend in mijn zwembroek in kleermakerszit voel ik het zand langs mijn huid schuren als de wind zich weer laat gelden. Ik neem het waar. Wat is het hier mooi en stil. Een waarschuwing dat het strand gevaarlijk is en zwemmen verboden. Ik kan het niet laten en neem toch een bescheiden duik doorheen de flinke en koude golven. Het einde van de wereld is zo verkeerd nog niet.

Buen Camino!

0,00 km. Ik ben er.

Cee

Vandaag is zo’n dag waarvan de schoonheid zo overweldigend is dat het zich niet in poëtische woorden laat uitdrukken. Gevoelens van ongeloof en dankbaarheid. Vrede maar vooral innerlijke stilte wanneer de adem stokte bij het zien van zoveel natuurlijke proza. En de immer aanwezige harde wind die mij ervan weerhield weg te dromen in het Walhalla van Galicië.

Het was nog donker in Vilaserío toen ik ging ontbijten. De schemer brak door toen ik klaar was voor de wandeling. Rebecca (zojuist ontmoet) en Florin waren al vertrokken. De laatste loop ik af en toe tegen het lijfal vanaf Porto. Zowaar was het nog koud buiten. En vochtig waardoor ik na een kwartiertje toch maar besloot mijn regenjas aan te trekken. De bewolking hing laag en was grijs. Maar de wind waaide al stevig. Waardoor de onderste bewolking snel verdween en de hoger gelegen damplaag de mogelijkheid kreeg gaten te maken voor de eerste stralen van de zon.

In een cafeetje kwam ik Florin weer tegen. Florin komt uit Roemenië. We hebben veel samen gelopen en gepraat. Over relaties, vrouwen en de betekenis van “man” zijn. Wanneer ben je nu een man en wat maakt een man een man? Een buitengewoon interessant onderwerp dat meer mannen zouden moeten onderzoeken wat mij betreft. Ondertussen genoten wij van al het moois dat deze wandeling ons liet zien. We hebben geluncht (Ensalada Mixta) en er zijn veel foto’s gemaakt van de omgeving, maar die halen het niet bij de werkelijkheid. Na 25 kilometer was er een punt waarop onze wegen elkaar scheiden. Linksaf richting Finisterre en rechtsaf richting Muxia. Ik ben links gegaan, Florin rechts. We hebben elkaar bedankt, het beste gewenst, omhelst en daar ga je dan. In mij geval niet direct ver, want ik wilde mijn sokken wisselen en mijn voeten nakijken. En na alles grondig te hebben nagelopen en verzorgt ben ik verder gelopen richting Cee. Nog 15 kilometer verder.

Kon de wandeling nog mooier? Ja, het was overweldigend. En eenzaam. Ik ben op twee na niemand tegen gekomen. Ik liep snel, de voeten deden zeer. De benen protesteerden. Je voelde het enkel als de aandacht voor de omgeving verslapte. En dat was vooral bij het binnenlopen van Cee. Ik slaap weer in een Albergue. Ruime opzet en de energie in het gebouw voelt fijn. Ik ben met nog zes andere pelgrims. Het is er rustig en vredig. Ik zit na een douche en een was onderuit dit blog te schrijven. Tien uur en 40 kilometer geleden vertrok ik uit Vilaserío. Hoe anders is Cee!

Finisterre, Fisterra of Finisterra is niet ver meer. Het einde van de wereld ligt op slechts 16 kilometer.

Buen Camino!

De schoonheid van Galicië.