I AM Connected unveiled

Op woensdag 26 september 2018 was het 3e jaarcongres van Assetmanagement Nederland. Of eigenlijk het Dutch Chapter van the Insititute of Asset Management, afgekort IAM-NL. Het thema van dit jaar: I AM Connected.

Connected

Connected heeft vele betekenissen. De bottomline was misschien toch wel de centrale boodschap: “als je werkelijke wilt “connecten” dien je eerst connected te zijn met jezelf.”  Verbinding maken met jezelf is niet altijd even gemakkelijk. Diepliggende emoties als angst, schuld en schaamte houden ons onbewust tegen door ingesleten patronen en overtuigingen in ons ego. Ons onbewuste maakt in 98% van de tijd de dienst uit. Slechts 2% van ons handelen doen we bewust. Vanuit die bewustheid ontwikkelen we – in assetmanagement verband- samenwerking met anderen. Stellen we prestatiecontracten op en zoeken we contact met elkaar op inhoud. De dag heeft ons geleerd dat een andere blik de succesfactor aanzienlijk kan vergroten. I AM Connected, are you?

Het thema I AM Connected is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Eind februari zijn de voorbereidingen al gestart. De resultaten en feedback van het 2e jaarcongres gaven aanleiding voor diverse thema’s. Toch was het 2e jaarcongres afgesloten met een nauw samenzijn en een boodschap: “assetmanagement doe je samen en soms voelt dat wat ongemakkelijk.”  Woorden als: samenwerken, verbinden, contracten, mensen en nog een aantal maakten het thema I AM Connected de opvolger van de vorige editie: I AM the Future.

Voorbereiding

In maart werden de eerste sprekers benaderd uit een longlist van mogelijke sprekers en workshophouders. In de tussentijd is een conceptprogramma bedacht. Het communicatieproces is opgetuigd en een passende locatie gezocht. Sprekers en workshophouders hebben een ontwerpsheet ingevuld dat hielp om focus aan te brengen in hun bijdrage en tevens de organisatie te helpen met de communicatie en het programma af te stemmen. Vele telefoongesprekken volgden en diverse actiehouders hadden het druk met hun taken om de dag goed te regelen. Naarmate het programma dichterbij kwam, werd de noodzaak ook groter om tot een invulling te komen vanuit het dagvoorzitterschap. Deze rol was toebedeeld aan mijzelf. Wat ging ik zeggen? Hoe kon ik de dag interactief maken en het energieniveau handhaven?

De dag voor het jaarcongres had ik mijn verhaal op hoofdlijnen rond. Ik heb veel gelezen en documentaires bekeken die uiteindelijk voor mij goed te verbinden waren. Bijvoorbeeld het boek Impact (de kracht van onzichtbare invloed) en het boek Omwenteling van Jan Rotmans. Maar ook een boekpresentatie van Ton van der Kroon over “De terugkeer van de Koning” en zelfs de aflevering van Zomergasten met Esther Perel over ontrouw, hebben bijgedragen aan de boodschap van deze dag. Tijdens de dag zelf ontstonden de werkvormen en inleidende beschouwingen. Ook was het nodig om zelf te connecten en mijn wandeling naar Santiago de Compostella bleek een fantastisch middel om dat te kunnen doen.

I AM Impressed

Alles bij elkaar een heel mooie dag met vele complimenten. Zowel over de inhoud als de durf om het thema samenwerken op een dieper niveau aan te raken. Er is een zaadje geplant. Laten we het water blijven geven. De onderstaande video geeft een mooie impressie van de dag. I AM Impressed, are you?

Kijk ook op de website van Assetmanagement Nederland.

Jaarcongres 2018 – I AM Connected

26 september in Haarlem

Assetmanagement verbindt! Disciplines en afdelingen. Organisaties en sectoren. Mensen en assets. Nationaal en internationaal. Hiërarchische structuren veranderen en nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Hoe organiseer je dat en wat is daarvoor nodig? Hoe komen asset eigenaar, asset manager en dienstverlener tot een optimale samenwerking binnen een organisatie, keten en daarbuiten, en blijven ze gezamenlijk in verbinding met de stakeholders? En hoe vertaalt zich dat naar bijvoorbeeld contracteren, risicomanagement en het delen en actueel houden van (digitale) informatie? Welk gedrag hoort daarbij en welke vaardigheden zijn nodig?

Het programma zal onder andere bestaan uit workshops en presentaties vanuit verschillende sectoren en verschillende invalshoeken. De eerste sprekers zijn bekend. Onder andere Provincie Noord-Holland, Sodexo en Universiteit Tilburg zullen een bijdrage leveren aan dit jaarcongres.

Connect met AMNL / IAM, en ervaar op 26 september wat dit van een organisatie vraagt – en van jou!

Heb je vragen? Neem dan contact op of kijk op de website.

Wat hebben aanbesteden en samenwerken met elkaar gemeen?

Heb ik mij altijd goed weten te verplaatsen in de rol van de opdrachtnemer? Nee, niet altijd. En dat is funest voor de samenwerking.

“Zeker in een wereld waar samenwerken de norm lijkt te zijn en waar gesproken wordt over het leveren van toegevoegde waarde maakt het verplaatsen van de opdrachtgever in de opdrachtnemer én andersom niet alleen wenselijk maar zelfs noodzakelijk.”

Voorbeelden te over, en waarschijnlijk heel herkenbaar. Een opdrachtgever heeft een belangrijke klus die uitgevoerd moet worden en start daartoe een aanbesteding. Vlak voor de zomervakantie. En met het vriendelijke verzoek om aan het einde van de vakantie de stukken in te leveren voorzien van een sluitende begroting, een plan van aanpak en zo meer. In deze casus komen direct al twee problemen naar voren:

  • Periode van de aanbesteding
  • Plan van aanpak

De bereikbaarheid van de opdrachtgever is gedurende de periode minimaal. Het is immers vakantietijd. Ook voor de opdrachtnemer! Afhankelijk van de vraag en de complexiteit van de vraag zijn veel werknemers inspanningen aan het leveren waar niets op wordt verdiend. Waarbij het overigens nog maar de vraag is of de vraagstelling van de opdrachtgever helder is. Het lijkt misschien een verantwoordelijkheid voor de opdrachtnemer om de vraag scherp te krijgen, maar dat vraagt dan wel om een opdrachtgever die zelf heel duidelijk voor ogen heeft wat ze wilt bereiken. De praktijk laat zien dat dit niet altijd zo is.

Waar ik mijzelf ook schuldig aan heb gemaakt is de vraag om een plan van aanpak. Dat is ogenschijnlijk legitiem. Feitelijk vraag je de opdrachtnemer een product op te leveren waar denkwerk en creativiteit achter zit. Gratis en voor niets. Het zal niet de eerste keer zijn dat een opdracht niet wordt gegund maar dat er dankbaar gebruik wordt gemaakt van het ingediende plan van aanpak. Hoe zou het zijn om als opdrachtgever zelf eerst na te denken over het plan van aanpak? Of als dat echt teveel gevraagd is, de opdrachtnemer vragen om betaald mee te denken met het maken van dit plan van aanpak. Met als grootste voordeel dat je als opdrachtgever een gevoel kan krijgen bij de opdrachtnemer. Een papieren aanbesteding geeft je die intermenselijke informatie niet. Een goede tendermanager kan dan een fantastisch verhaal neerzetten; de klik met het bedrijf moet nog maar blijken.

Een ander voorbeeld is het aanbesteden van een werk of dienst waarbij de vraag alle kanten opgaat, maar waarbij het aanbestedingsproces helder is verwoord. Je weet dan als opdrachtnemer waarop wordt getoetst en – als het goed is – wanneer je de uitslag te horen krijgt. Dat laatste wordt nogal eens vergeten. Voor een relatief kleine aanbesteding ben je als snel veel interne uren kwijt. Je hebt je als opdrachtnemer in bochten gewrongen om de deadline te halen en vervolgens mag je twee maanden wachten op de uitslag. Dat is niet een manier waarop je zelf behandeld wilt worden. Maar om dat bij anderen te doen vinden zowel opdrachtgever als opdrachtnemer kennelijk normaal. De laatste laat het tenslotte gelaten over zich heenkomen. Maar ondertussen niet wetende waar het personeel op ingezet moet gaan worden.

Het principe u vraagt en wij draaien lijkt wel te zijn ingesleten in het opdrachtnemer denken. Wat ik mis is het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen rol in deze dynamiek. Want hoe je het went of keert, bovenstaande voorbeelden laten niets anders zien dan een relatie gebaseerd op ongelijkwaardigheid. En dat begint al met de uitvraag van een werk of dienst.  Dit “ongelijkwaardigheid beginsel” komt helaas in iedere branche voor.

Maar wat roept deze ongelijkwaardigheid nu werkelijk op bij de ander? En waar leidt dat toe? Ik heb het antwoord niet. Vanuit het perspectief prestatiecontracten heeft onderzoek aangetoond dat 70% van de aangegane contracten mislukken. Mislukken betekent in deze dat het contract ofwel veel duurder is dan voorgehouden, ontevredenheid over en weer met escalaties tot gevolg, leiden tot te veel meerwerk, vroegtijdig afscheid van elkaar nemen of er wordt niets op verdiend.

Wat ik observeer is dat opdrachtnemers zich op allerlei manieren indekken om een eventueel verlies zoveel mogelijk te beperken. Dat zien we terug in o.a. tarieven, calculaties en veel onbetaald overwerk (want dat hoort er nu eenmaal bij). Tegelijkertijd doen opdrachtgevers dat ook met uitsluitingen van voorwaarden, eenzijdige voorwaarden en heel veel juridische context. Aanbesteden is een papieren tijger en zo hebben we dat met elkaar geregeld.

Jaren geleden kende Nederland de bouwfraude. Dat was zogezegd ongehoord en er moest en zou verandering komen. Integriteit was het toverwoord. Wat er vooral gebeurde was dat opdrachtgevers met de wijzende vingers naar de opdrachtnemers wezen. Misschien terecht. Maar is het gedrag wat toen werd ontlokt niet het begrijpelijke gevolg van wat er door opdrachtgevers werd gevraagd? Het systeem zoals dat is gevormd door jaren van ongelijkwaardig handelen? Mag je als aannemende partij geld verdienen? Het antwoord is onherroepelijk ja, maar daar achteraan vermoedelijk “niet te veel.”

Als opdrachtnemer wordt je continu beoordeeld. Vaak op prijs, minstens zo vaak als individu. Niets is makkelijker dan achterover zitten en een oordeel vellen over wat je voor je ziet. Maar enige reflectie op de eigen rol is geen overbodige luxe. Als opdrachtnemer en opdrachtgever daartoe in staat zijn, ontstaat ruimte voor echte samenwerking!