Expeditie Ruimte: samenwerken aan de infrastructuur van de toekomst

Op 14 november 2024 vond het InfraTrends jaarcongres van NGinfra plaats bij KAS in Woerden. Het thema van de dag: Expeditie Ruimte. Met elkaar op expeditie gaan om de uitdagingen die de beperkte ruimte in Nederland met zich meebrengt in relatie tot de vernieuwings- en uitbreidingsopgave.

Next Generations INfrastructure

NGinfra is ontstaan uit een wetenschappelijk onderzoeksprogramma van de TU Delft van 2004 -2014 in samenwerking met Alliander, Havenbedrijf Rotterdam, ProRail, Rijkswaterstaat, Schiphol en Vitens. De komende periode zet NGinfra in op impact gedreven onderzoek. Cross-sectorale infravraagstukken van de huidige partners staan centraal, maar worden ook verbonden aan andere organisaties om tot meer impact te komen. Naast langlopende onderzoeken zullen ook kortlopende onderzoeken uitgevoerd worden.

De eerste vraag van de dag: “wat is je grootste avontuur / expeditie?”
foto: Charles Batenburg, CBimages
Essentie

Elisabeth van Opstall – directeur NGinfra – vatte de essentie van de dag mooi samen: “Weinig mensen in Nederland staan dagelijks stil bij het belang  van het op orde hebben van de gezamenlijke kritieke infrastructuren. Het is complex en omvangrijk en het uiteindelijke gebruik van deze infrastructuren staat op allerlei wijzen onder druk. Vraagstukken of uitdagingen zijn vaak vergelijkbaar voor infrabeheerders. Door samen op te trekken creëer je volume en een basis voor verandering. De wetenschap biedt essentiële kennis om samen met de praktijk de samenhang tussen kritische infrastructuren te beschouwen, om de discussie op de juiste wijze te voeren en de nodige veranderingen vorm te geven. Iedereen voelt de druk van vandaag en morgen in zijn werk, maar NGinfra creëert tijd en ruimte om de gedeelde zienswijzen en aanpak voor de lange termijn te agenderen.”

workshops

De eerste inhoudelijke bijdrage was van Sjouke Bootsma – Director Supply Chain Management bij TenneT. Hij vertelde hoe TenneT omgaat met de uitbreidingsopgave van het nationale elektriciteitsnetwerk. Deelnemers verdeelden zich vervolgens over diverse workshops om perspectieven te delen over arbeidsschaarste, ruimte vóór en óp de netwerken en eerlijke beprijzing.

Zelf maakte ik deel uit van een workshop waarbij een hypothetische oplossing werd aangedragen als standaard bij nieuwe infrastructuur: leidingtunnels. Door gebruik te maken van visualisaties van het krachtenveld in de huidige opzet van infrastructuur en de hypothetische werd inzichtelijk waar uitdagingen en kansen liggen. Qua belangen, cultuur, denkwijze. Maar ook kritisch beschouwd of je dit wel moet willen in een systeem waarbij groei nog altijd de norm lijkt. Zo konden we met elkaar ervaren dat cross-sectoraal werken complex is, maar dat je óók aan een oplossing kunt werken. Juist door breed te denken vanuit de keten.

cross-sectoraal samenwerken

Twee  infranetwerkbeheerders, John Voppen van ProRail en Egbert van der Wal van het Havenbedrijf Rotterdam, gingen in gesprek met ketenpartners Wouter Koolmees van de NS en Nanouke van ’t Riet-Visser van DB Cargo Nederland N.V. over het gebruik van infrastructuur en dan met name het spoor. Het werd daarbij duidelijk dat cross-sectoraliteit verder gaat dan alleen de infrastructuren bij ruimteverkenning. Systemen zijn belangrijk, maar ook de gebruiker van infrastructuur speelt een belangrijke rol bij het vinden van oplossingen.

Symbolisch zijn door de zes bestuurders van NGinfra cross-sectoraal expeditievoorwerpen uitgewisseld om te bekrachtigen dat ze samen de expeditie de komende vijf jaar opnieuw aangaan.

Nouchka Fontijn

Een andere bron van inspiratie was Olympisch bokser Nouchka Fontijn. Zij had de end key-note over eigenschappen die van pas komen bij een expeditie als het mee of tegen zit: mindset, teamwork, presteren onder druk en aanpassingsvermogen. Met name daar waar het tegenzit heeft de potentie het meest menselijke in ons naar boven te halen. Dat is de plek waar het – in mijn beleving – over gaat. Dat is de plek waar we elkaar als mens kunnen zien, vanuit kwetsbaarheid en oprechtheid. De plek waar we tot een diepere connectie met elkaar kunnen komen.

Iets wat in de toekomst misschien nog wel het meest nodig is om de complexiteit van cross-sectoraal samenwerken het hoofd te bieden. Er is nog genoeg Expeditie Ruimte.

Foto: Charles Batenburg, CBimages

Maximale Spijt als innerlijk kompas

In assetmanagement, waar keuzes zich vaak bevinden op het snijvlak van kosten, risico’s en prestaties, dient het concept van “maximale spijt” als een innerlijk kompas. Het draait om het voorkomen van situaties waarin een besluit dat op dat moment logisch leek, achteraf juist tot grote nadelen of zelfs desastreuze gevolgen leidt.

Maximale spijt treedt op wanneer investeringen of onderhoud worden uitgesteld om kosten te besparen, terwijl dit later tot hogere uitgaven, veiligheidsrisico’s of operationele verstoringen leidt, met zichtbare impact op de bedrijfswaarden.

Maximale spijt komt vooral naar voren bij beslissingen die op basis van huidige omstandigheden of budgettaire druk worden gemaakt, maar achteraf grote problemen veroorzaken. Denk aan kostenbesparende maatregelen die uiteindelijk leiden tot storingen of faalincidenten, die duurder uitpakken dan de oorspronkelijke besparing. In zulke keuzes onder onzekerheid spelen risicoanalyse en scenario’s een sleutelrol: ze helpen de potentiële schade en de kans daarop in te schatten.

Keuzes onder onzekerheid

Bij keuzes onder onzekerheid wordt vaak gewerkt met “Forecasting” scenario’s – denkbeelden van de toekomst die helpen de gevolgen van beslissingen te verkennen. Stel dat een assetmanager moet beslissen over het vervangen van verouderde installaties op een afvalwaterzuivering. De apparatuur functioneert nog, maar storingen nemen toe. De opties zijn om direct te vervangen of enkele jaren te wachten, met het risico dat storingen verergeren. Hoewel wachten financieel aantrekkelijk kan lijken, kan maximale spijt zich voordoen als een ernstige storing later leidt tot hoge reparatiekosten, procesverstoringen en mogelijk ook milieuschade.

Vergelijkbaar is het besluit om onderhoud aan een cruciale pompinstallatie uit te stellen. Een pomp die jarenlang probleemloos draait, lijkt nu geen directe aandacht te vragen – waarom juist nu onderhoud uitvoeren? Toch kan het uitstellen van die maatregel maximale spijt veroorzaken, vooral als de pomp tijdens hevige regenval onverwacht uitvalt. De herstelkosten kunnen uiteindelijk hoger zijn dan gepland onderhoud, en het zuiveringsproces kan ontregeld raken, met milieu- en gezondheidsschade als gevolg. Achteraf wordt duidelijk dat een preventieve investering de meest duurzame keuze was.

Lange termijn keuzes

Maximale spijt ontstaat als keuzes te veel op de korte termijn zijn gericht en het grotere plaatje van veerkracht en betrouwbaarheid uit het oog wordt verloren. Sommige maatregelen lijken kostbaar, maar voorkomen juist spijt en hoge herstelkosten in de toekomst. Door risico’s en lange-termijnimplicaties helder te overzien, nemen assetmanagers beslissingen die niet alleen het systeem, maar ook hun eigen gemoedsrust beschermen.

In assetmanagement wordt de “regret-minimizing” benadering vaak toegepast. Dit betekent dat keuzes worden beoordeeld op hun voordelen, maar juist ook op de potentiële negatieve uitkomsten in het slechtst denkbare scenario. Door deze aanpak wordt maximale spijt proactief verminderd: beslissingen worden genomen met het oog op het vermijden van spijt op de lange termijn, zelfs als de risico’s in eerste instantie klein lijken. Dit vereist inzicht in de assets én in externe factoren zoals klimaatverandering, technologieveroudering en veranderende regelgeving, die elk de kans op spijt kunnen vergroten.

Op die manier ontstaan keuzes die de lange termijn en de toekomstbestendigheid van assets vooropstellen. In plaats van uitsluitend te sturen op korte termijn financiële voordelen, worden ook toekomstige onzekerheden meegenomen. Het is daarmee niet alleen een kwestie van verstandig beheer, maar ook van een zekere nederigheid: accepteren dat we niet alle toekomstige risico’s kunnen voorzien, maar wél zorgvuldig kunnen anticiperen op wat we later écht niet willen betreuren.

Maximale spijt in vier stappen

Op hoofdlijnen worden de volgende vier stappen doorlopen.

Definieer alternatieve maatregelen

Eerst bepaal je welke maatregelen of investeringen mogelijk zijn om je asset(s) te beheren.

Stel scenario’s op

Vervolgens breng je mogelijke scenario’s of uitkomsten in beeld. Bijvoorbeeld scenario’s met verschillende economische omstandigheden, kostenontwikkelingen, effecten op de omgeving of degradaties van de asset(s).

Bereken uitkomsten en spijt per scenario

Voor elk scenario bepaal je wat de uitkomst zou zijn van elke maatregel. Voor de “spijt” bereken je per scenario het verschil tussen de uitkomst van de gekozen maatregel en de uitkomst van de best mogelijke maatregel in dat scenario.

Identificeer maximale spijt

Bepaal per maatregel het ergste spijtscenario. De maatregel met de laagste maximale spijt wordt vervolgens vaak als de beste keuze beschouwd, omdat het de meest robuuste optie is die je beschermt tegen de slechtste resultaten.

je probeert met deze stappen dus een maatregel te kiezen waarmee je in het slechtste geval de minste spijt hebt.

Maximale Spijt als innerlijk kompas is dan misschien niet het meest aansprekend. Het voorkomt wel een innerlijk conflict en de handen in het haar wanneer de gekozen maatregel uiteindelijk toch verkeerd blijkt.

Photo by Nathan Cowley

Een bom onder het terugdringen van het energieverbruik

Europa heeft de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om het energieverbruik terug te dringen en de overgang naar duurzamere energiebronnen te versnellen. Dit komt grotendeels voort uit de ambitie om klimaatverandering tegen te gaan, de energie-afhankelijkheid te verminderen en uiteindelijk een koolstofneutrale economie te realiseren tegen 2050.

Energie-efficiëntie

Zo is er bijvoorbeeld de Energie-Efficientierichtlijn met bindende maatregelen voor alle EU-lidstaten om het energieverbruik te verminderen. Zo is er bijvoorbeeld een richtlijn gericht op het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen. Denk aan isolatie, efficiëntere verwarmingssystemen en slimme energiebeheertechnologieën. Vanaf 2030 moeten alle nieuwbouwprojecten ‘bijna-energieneutraal’ zijn.

Maar er zijn ook strengere eisen aan de energie-efficiëntie van apparaten gesteld, zoals koelkasten, wasmachines, en verlichting. Deze producten moeten voldoen aan strikte normen, en energiezuinigere opties worden gestimuleerd. Denk aan de A-labels etc.

Hernieuwbaar

Iedereen weet dat hernieuwbare energie volop wordt gestimuleerd vanuit de Europese Green Deal. Hernieuwbare bronnen zoals wind en zonne-energie moeten tenminste 40% van de totale energiebehoefte in 2030 leveren.

Europa zet een prijs op CO₂-uitstoot, waardoor bedrijven gestimuleerd worden om duurzame keuzes te maken en innovatieve, schonere technologieën te omarmen.

Ook wordt ingezet op slimme netwerken. Door het investeren in slimme meters en netwerken, kunnen we het elektriciteitsgebruik optimaliseren en bewuster met energie omgaan.

Terugleverheffing

En vooral dat laatste resulteert in vreemde conceptuele constructies die voor mij onbegrijpelijk zijn. In ieder geval in Nederland. Met de komst van terugleverheffing voor te veel opgewekte stroom word je als consument aangemoedigd deze stroom zoveel mogelijk zelf te gebruiken. Hoewel het aanbod per week verschilt en per seizoen nog meer. Dit eigen gebruik leidt juist tot de aankoop van producten die men eigenlijk niet nodig heeft. Inefficiëntie in het gebruik van apparaten, enz. Kritische kanttekening bij het gebruik van hernieuwbare bronnen zoals zon en wind is dat ze tot op heden elke 25 jaar vernieuwd moeten worden.

De terugleverheffing gaat in tegen de energie-efficiëntie, het gaat in tegen bewust energie verbruik (lees, minder verbruik van energie en/of geen onnodig verbruik van energie). Het stimuleert niet de aankoop van energiezuinige apparaten. Vanuit de politiek wordt geroepen dat met het afschaffen van de salderingsregeling de terugleverheffing moet verdwijnen. Alleen kan de politiek dat niet zomaar afdwingen.

wat doet nederland?

De Europese maatregelen hebben zeker effect. Het energieverbruik per inwoner is afgenomen en het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energiemix is aanzienlijk toegenomen. Echter, om de doelen van de Green Deal voor 2050 te halen, is nog veel extra inzet nodig van zowel de EU als de individuele lidstaten. En wat doet Nederland?

Bron afbeelding: waste2power