Een matige nacht, wederom, achter de rug in Frómista. Eigenlijk past dat wel bij de albergue van vannacht. Een niet zo’n hartelijke ontvangst en gebrekkig gevoel van welkom en een zeer matig geserveerd ontbijt deze morgen. Een verpakt droog broodje, een verpakt stukje cake en een drinkpakje sinaasappelsap. En koffie of thee. Water kon je buiten zelf pakken. Overigens, een ontbijt is nooit inbegrepen. Hiervoor moet je vooraf gewoon betalen. Tegelijkertijd geldt ook dat hoe dichter bij Santiago, hoe minder de albergues en ook de prijzen gaan omhoog. Dit heeft natuurlijk alles te maken met vraag en aanbod.
Het aantal pelgrims neemt de laatste jaren enorm toe. In 1978 werden er bijvoorbeeld slechts 13 pelgrims geteld. Vorig jaar c.a. 280.000. van al deze pelgrims loopt het overgrote deel de Camino Frances (60%) gevolgd door de Camino Portugués (20%). Van alle pelgrims die de Camino Frances lopen start meer dan 40% in Sarria. Dit is de laatste stad die qua afstand recht geeft op een Compostolaat. Vanaf Sarria is het 115km naar Santiago. Vorig jaar begonnen c.a. 33.000 pelgrims hun tocht in Saint Jean Pied de Port. Dit jaar ben ik er daar dus één van. Slechts 15% daarvan legt de tocht tot Santiago ook helemaal af. Van de pelgrims die uitvallen, doet het overgrote deel dat de eerste 10 dagen.
Over het wel en niet uitvallen had ik vandaag een leuk gesprek met de gepensioneerde Patrick uit Ierland. Hij loopt dit jaar zijn zesde Camino. In september gaat hij zijn zevende doen, de route Del Norte. Reden, hij wil voldoende trainen voor de PCT (Pacific Crest Trail). Een route zonder albergues, restaurants, etc., van meer dan 3000km. We hadden het over trainen. En wanneer is dat genoeg?De Camino hoeft niet zwaar te zijn als je voldoende kilometers in de benen hebt. Ik heb zelf ongeveer 300km getraind voordat ik begon aan de Camino. Maar of voldoende trainen ook een goede voorbereiding is? Uiteindelijk moet je het doen met wat de Camino je voorschoteld en dat is elke keer weer anders, aldus deze Irish man. En dat klopt. Ik had nooit verwacht dat de temperatuur de afgelopen periode zo laag zou zijn. De eerste dag naar Ronchevalles is voor iedere pelgrim die dezelfde dag over de berg is gewandeld een verschrikking geweest. In Nederland is het vrij ingewikkeld je voor te bereiden op een wandeltocht van 27km waarvan je er 20 aan het klimmen bent. Wat dat doet met het lijf is per persoon anders. Omstandigheden van bittere kou, storm, harde regen, hagel, onweer en bliksem kan je doorgaans niet op trainen. Als je thuis traint zorg je ook voor goede voeding. Dat is tijdens de Camino een stuk ingewikkelder. En voeding doet heel veel met het lijf. Waar je ook niet voor kunt trainen is het slapen op een grote slaapzaal waar mensen de hele nacht door snurken. Je kan je erop voorbereiden en oordoppen worden je grootste vriend, doch uitslapen is er echt niet bij. De eerste tien dagen bleef ik nagenoeg vrij van kwaaltjes. En als er dan iets optreedt, dan probeer je dat te ontzien met als gevolg dat je op andere plekken kwaaltjes gaat krijgen. Tel je alles bij elkaar op dan laat ook het mentale deel van zich horen tijdens de Camino. Hierdoor kan je jezelf ineens extreem uitgeput voelen en kunnen de emoties het een paar dagen volledig overnemen. Dat is wat je ziet gebeuren, iedere dag weer bij jong en oud, sterk en minder sterk. Is de Camino Frances zwaar wanneer je alles bij elkaar optelt? Dat is heel persoonlijk. Maar als je de film “The Way” hebt gezien, dan geeft dat een romantisch beeld wat heel inspirerend is. En de Camino is voor mij niet romantisch. Maar nog steeds een geweldige reis met mentale en fysieke uitdagingen. En vandaag? Een heerlijke dag en mede dankzij Maureen, Eefke, Clayton en James ben ik nu in Carrión de los Condes. Buen Camino!