Vandaag is zo’n dag waarvan de schoonheid zo overweldigend is dat het zich niet in poëtische woorden laat uitdrukken. Gevoelens van ongeloof en dankbaarheid. Vrede maar vooral innerlijke stilte wanneer de adem stokte bij het zien van zoveel natuurlijke proza. En de immer aanwezige harde wind die mij ervan weerhield weg te dromen in het Walhalla van Galicië.
Het was nog donker in Vilaserío toen ik ging ontbijten. De schemer brak door toen ik klaar was voor de wandeling. Rebecca (zojuist ontmoet) en Florin waren al vertrokken. De laatste loop ik af en toe tegen het lijfal vanaf Porto. Zowaar was het nog koud buiten. En vochtig waardoor ik na een kwartiertje toch maar besloot mijn regenjas aan te trekken. De bewolking hing laag en was grijs. Maar de wind waaide al stevig. Waardoor de onderste bewolking snel verdween en de hoger gelegen damplaag de mogelijkheid kreeg gaten te maken voor de eerste stralen van de zon.
In een cafeetje kwam ik Florin weer tegen. Florin komt uit Roemenië. We hebben veel samen gelopen en gepraat. Over relaties, vrouwen en de betekenis van “man” zijn. Wanneer ben je nu een man en wat maakt een man een man? Een buitengewoon interessant onderwerp dat meer mannen zouden moeten onderzoeken wat mij betreft. Ondertussen genoten wij van al het moois dat deze wandeling ons liet zien. We hebben geluncht (Ensalada Mixta) en er zijn veel foto’s gemaakt van de omgeving, maar die halen het niet bij de werkelijkheid. Na 25 kilometer was er een punt waarop onze wegen elkaar scheiden. Linksaf richting Finisterre en rechtsaf richting Muxia. Ik ben links gegaan, Florin rechts. We hebben elkaar bedankt, het beste gewenst, omhelst en daar ga je dan. In mij geval niet direct ver, want ik wilde mijn sokken wisselen en mijn voeten nakijken. En na alles grondig te hebben nagelopen en verzorgt ben ik verder gelopen richting Cee. Nog 15 kilometer verder.
Kon de wandeling nog mooier? Ja, het was overweldigend. En eenzaam. Ik ben op twee na niemand tegen gekomen. Ik liep snel, de voeten deden zeer. De benen protesteerden. Je voelde het enkel als de aandacht voor de omgeving verslapte. En dat was vooral bij het binnenlopen van Cee. Ik slaap weer in een Albergue. Ruime opzet en de energie in het gebouw voelt fijn. Ik ben met nog zes andere pelgrims. Het is er rustig en vredig. Ik zit na een douche en een was onderuit dit blog te schrijven. Tien uur en 40 kilometer geleden vertrok ik uit Vilaserío. Hoe anders is Cee!
Finisterre, Fisterra of Finisterra is niet ver meer. Het einde van de wereld ligt op slechts 16 kilometer.
Buen Camino!