Foncebadón

Het is zwaar de Camino. Fysiek is het, los van wat ongemakken, wel toe doen. Mentaal is het pittig. Op de dag van Carrión de los Condes schreef ik daar al over. Ik kreeg vandaag van Sandra een berichtje dat mensen tegen haar hadden gezegd dat ik niet helemaal mijzelf was. En Richi zei vandaag ook dat hij in León al dacht dat er wat was.

Ik ben natuurlijk niet gek. Dat er nu een paar blaren op de linkervoet zitten is niet enkel omdat het warm is en de voeten moe zijn. En dat ik, vooral in León, kramp voel in de linkerkuit is ook geen toeval. Tenminste, als je zoals ik geloof dat elke uiting van disharmonie in het lichaam een diepere psychische oorzaak heeft. En ik ben de laatste dagen op momenten echt heel erg boos. Bijvoorbeeld gisteren toen ik de bediening in Astorga wel wat aan kon doen. Natuurlijk, ik was moe, had zere voeten en behoefte aan wat zachtheid. Een ongeduldige en onbeschofte bediening gaat die behoefte niet vervullen. Mijn boosheid op hen gaat dan ook meer over de boosheid op of in mijzelf. Ik kreeg enkel een spiegel voorgehouden.

Die boosheid heeft aandacht nodig. Zachtheid en liefde. Wat ik doe is mijzelf terugtrekken uit de massa. Ik ga mijn eigen weg. Ik heb geleerd hoe ik mijzelf kan “dragen” en dat werkt heel erg goed. Dat ik contact een beetje vermijd en mijzelf wat afzonder wil echter niet zeggen dat ik mijzelf niet ben. Misschien wel in tegendeel. Het is heel makkelijk om met een paar wijntjes op heel erg gezellig te doen. Maar daarmee loop ik weg voor dat wat er is. En wat er ook is, het mag er allemaal zijn.

Nu kan je denken, waar ben je boos over? Ik heb geen idee. En volgens mij maakt het ook niet zoveel uit. Ik voel nu af en toe boosheid en deze gaat samen met verdriet. Gelukkig maar, want zonder deze emotie zou de emotie van blijheid en vreugde veel minder betekenis hebben. En als ik daarop inzoom, dan is dat altijd aanwezig in een overweldigend gevoel van dankbaarheid.

Deze emoties van verdriet en boosheid hebben hun functie. Het enige wat ik niet moet doen is de boosheid verdringen, alsof deze er niet mag zijn. (Vergelijk het maar met huilen, wat er vaak, zeker bij mannen,  niet “mag” zijn). Maar zoals ik al zei, een beetje aandacht, zachtheid en liefde geven. En dat lukt mij wel. En daar waar dat niet lukt zijn er slechts een paar mensen die ik werkelijk kan toelaten in dat kwetsbare stukje Roland.

Vandaag was helend. Zwaar maar helend. Erika en ik liepen gezien de pijnlijke voeten van beide ons eigen tempo en dus liep ik de dag zonder haar. Richi was daar op het moment dat het even nodig was en onderweg kwamen we een enorme waterbak tegen met een fontein waar we beide ons hoofd in onderdompelden. Heerlijk die kou. In Foncebadón heb ik ingechecked bij een albergue wat misschien wel de minste is van alle die ik tot nu toe heb gehad. Maar ook op ruim 1400 meter hoogte in de bergen met een uitzicht over het verre achterland dat ik inmiddels achter mij heb gelaten. De krekels maken hun bekende lawaai en de vogels zingen hun lied. Zittend in de schaduw en een zachte aangename bries zit ik in kleermakerszit. En constateer dat één blaar aan de linkervoet nagenoeg is genezen. Nog een klein beetje zachtheid toevoegen dan maar. Buen Camino!

Bijna in Foncebadón.