Villafranca del Bierzo

Het was warm gisteravond in Ponferrada waar ik samen met Hernan, Richi, Justine en Briley het voormalig (voor korte tijd) Spaanse hoofdkwartier van de Tempeliers bezocht wat eigenlijk een groot kasteel is. Om het toerisme in Ponferrada te trekken ademt alles in de stad “Tempeliers” uit. Ponferrada is tegelijkertijd de laatste grotere plaats op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella en telt zo’n 67.000 inwoners. Het geeft ook aan dat mijn wandeling al behoorlijk is gevorderd. Na de wandeling vandaag naar Villafranca del Bierzo moet er nog 187km gewandeld worden. Verdeeld over 8 dagen.

Pak je de kaart van Noord-Spanje erbij dan geeft het een mooi beeld (en enig gevoel van trots) dat inmiddels meer dan drie kwart te voet is afgelegd. En vandaag begon de tocht over het 600km punt al vroeg. Om zes uur liep ik de eerste meters met een stijve kuit en gevoelige voeten. Dat verdwijnt langzaam maar van een ontspannen natuurlijke beweging is geen sprake meer. Soepel wandelen is verworden tot stevig harken, wat het uiteraard niet makkelijker maakt.

Maar het was een heerlijke dag. Vroeg beginnen is ook de warmte vermijden. Om zes uur was het “slechts” 18°C. Vandaag is het net als gisteren 33°C geworden. Aangezien de zon fel is, is schaduw heel fijn en zo af en toe kwam ik heerlijke plekjes tegen om af te koelen. Niet om te zwemmen zoals gisteren, maar bijvoorbeeld om heerlijk te loungen met een vers gemaakte smoothie en een buitengewoon lekker 2e ontbijt. Langs de route stond uit het niets in het bos een keurige foodcaravan met enkel verse en biologische producten. Een feestje! Wat de dag verder ook zou brengen, deze foodcaravan heeft mijn dag helemaal goed gemaakt. En op dat punt ook ongeveer halverwege de wandeling van vandaag. Een groot deel heb ik met Hernan gewandeld. Onderweg veel kersen uit de bomen geplukt en steeds meer puffend onder de verzengende hitte van een brandende zon. En op die manier al om 11:30 in Villafranca del Bierzo waar ik mij heb verwend met een privé kamer met badkamer. Even geen gesnurk, genies en vooral gehoest om me heen. Heel veel pelgrims hoesten inmiddels heel veel. Iedereen is moe, behoudens die pelgrims die in León zijn gestart. Het wordt ook steeds drukker op de route met “verse” pelgrims en Camino toeristen en vanaf zaterdag zal dat in Sarria explosief toenemen. De laatste plaats (13.000 inwoners) die recht geeft op het Compostolaat.

Morgen een pittige dag voor de boeg naar O Cebreiro. Met 28km wandelen waarvan in de laatste 8km 800 meter moet worden geklommen. En kans op onweer vanaf de middag. Vroeg opstaan dus. Buen Camino!

Tijd voor een verse smoothie.

Ponferrada

De dag van Foncebadón naar Ponferrada heeft eigenlijk alle ingrediënten in zich voor een leuke en bijzondere dag. Plus een paar pittige pepers.

Om met de pepers te beginnen: een korte onrustige nacht en heel veel kilometers dalen over losse stenen en rotsen.

Samen met Erika, Hernan en Justine ben ik vroeg opgestaan om de zonsopgang mee te maken bij Cruz de Ferro. Niet ver van Foncebadón. Cruz de Ferro is de plek waar pelgrims een steen neergooien dat symbool staat voor loslaten. Althans, dat is de betekenis die ik eraan geef. De meeste pelgrims die een steen hebben, hebben die al van thuis meegenomen. Vaak beschreven met tekst. Ik had geen steen en toen ik erachter kwam dat Cruz de Ferro “de” plek was heb ik een steentje opgeraapt en in mijn vuist gestopt. Mijn energie in gedachten naar de steen laten vloeien om alles wat innerlijke vrede blokkeert los te laten. En ik heb vervolgens het steentje precies aan de rand van het kruis weggelegd en woorden van dankbaarheid uitgesproken. Daarna volgden natuurlijk de foto’s.

Na een tijdje zijn we allemaal in ons eigen tempo doorgelopen. En natuurlijk kom je elkaar dan ook weer tegen in een dorpje of andere gelegenheid. En toen was daar ineens Molinaseca. Een mooi stadje aan een bergrivier. Toen ik over de brug liep kon ik enkel denken om te gaan zwemmen. Maar een stemmetje in mijn hoofd zei dat ik moest doorlopen. Ik heb het hele dorp doorgelopen. Keek op mijn horloge: 11:17. Dit is voor mij een belangrijk getal wat mij direct deed besluiten om terug te lopen naar de brug. Ik heb mij uitgekleed en ben in het water gesprongen. Inmiddels was Richi er ook en hij deed hetzelfde. Het was de meest heerlijke verfrissing die ik even nodig had. En een geweldige onderbreking van de wandeling. Ponferrada is nog 8km wandelen.

Justine en Hernan kwamen na een tijdje ook aanschuiven voor een drankje (flinke pul citroenbier) en met zijn vieren hebben we de laatste kilometers afgelegd. En om de tijd te doden deden we spelletjes als landen met een A, B, C etc. En varianten daarop. Onderweg kersen plukkend van de vele kersenbomen langs de kant van de weg of aangeplant in tuinen. We plukten enkel van de overhangende takken natuurlijk. De kersen zijn heerlijk. De albergue ziet er mooi uit en we hebben een kamer voor ons vieren. Weet niet of dat een goed idee is want ik ben de enige die niet hoest of geen keelpijn heeft. Maar dat is een zorg voor later. Nu eerst met elkaar eten. Buen Camino!

Vlnr. Hernan, Richi, Justine en ik bij Cruz de Ferro

Foncebadón

Het is zwaar de Camino. Fysiek is het, los van wat ongemakken, wel toe doen. Mentaal is het pittig. Op de dag van Carrión de los Condes schreef ik daar al over. Ik kreeg vandaag van Sandra een berichtje dat mensen tegen haar hadden gezegd dat ik niet helemaal mijzelf was. En Richi zei vandaag ook dat hij in León al dacht dat er wat was.

Ik ben natuurlijk niet gek. Dat er nu een paar blaren op de linkervoet zitten is niet enkel omdat het warm is en de voeten moe zijn. En dat ik, vooral in León, kramp voel in de linkerkuit is ook geen toeval. Tenminste, als je zoals ik geloof dat elke uiting van disharmonie in het lichaam een diepere psychische oorzaak heeft. En ik ben de laatste dagen op momenten echt heel erg boos. Bijvoorbeeld gisteren toen ik de bediening in Astorga wel wat aan kon doen. Natuurlijk, ik was moe, had zere voeten en behoefte aan wat zachtheid. Een ongeduldige en onbeschofte bediening gaat die behoefte niet vervullen. Mijn boosheid op hen gaat dan ook meer over de boosheid op of in mijzelf. Ik kreeg enkel een spiegel voorgehouden.

Die boosheid heeft aandacht nodig. Zachtheid en liefde. Wat ik doe is mijzelf terugtrekken uit de massa. Ik ga mijn eigen weg. Ik heb geleerd hoe ik mijzelf kan “dragen” en dat werkt heel erg goed. Dat ik contact een beetje vermijd en mijzelf wat afzonder wil echter niet zeggen dat ik mijzelf niet ben. Misschien wel in tegendeel. Het is heel makkelijk om met een paar wijntjes op heel erg gezellig te doen. Maar daarmee loop ik weg voor dat wat er is. En wat er ook is, het mag er allemaal zijn.

Nu kan je denken, waar ben je boos over? Ik heb geen idee. En volgens mij maakt het ook niet zoveel uit. Ik voel nu af en toe boosheid en deze gaat samen met verdriet. Gelukkig maar, want zonder deze emotie zou de emotie van blijheid en vreugde veel minder betekenis hebben. En als ik daarop inzoom, dan is dat altijd aanwezig in een overweldigend gevoel van dankbaarheid.

Deze emoties van verdriet en boosheid hebben hun functie. Het enige wat ik niet moet doen is de boosheid verdringen, alsof deze er niet mag zijn. (Vergelijk het maar met huilen, wat er vaak, zeker bij mannen,  niet “mag” zijn). Maar zoals ik al zei, een beetje aandacht, zachtheid en liefde geven. En dat lukt mij wel. En daar waar dat niet lukt zijn er slechts een paar mensen die ik werkelijk kan toelaten in dat kwetsbare stukje Roland.

Vandaag was helend. Zwaar maar helend. Erika en ik liepen gezien de pijnlijke voeten van beide ons eigen tempo en dus liep ik de dag zonder haar. Richi was daar op het moment dat het even nodig was en onderweg kwamen we een enorme waterbak tegen met een fontein waar we beide ons hoofd in onderdompelden. Heerlijk die kou. In Foncebadón heb ik ingechecked bij een albergue wat misschien wel de minste is van alle die ik tot nu toe heb gehad. Maar ook op ruim 1400 meter hoogte in de bergen met een uitzicht over het verre achterland dat ik inmiddels achter mij heb gelaten. De krekels maken hun bekende lawaai en de vogels zingen hun lied. Zittend in de schaduw en een zachte aangename bries zit ik in kleermakerszit. En constateer dat één blaar aan de linkervoet nagenoeg is genezen. Nog een klein beetje zachtheid toevoegen dan maar. Buen Camino!

Bijna in Foncebadón.