Bedrijfswaarden moeten streven naar eenvoud

Veel organisaties worstelen met het vaststellen van hun bedrijfswaarden. Veel discussie en besluitvorming is nodig om te komen tot een set van waarden waarin de definities glanzen van de mooie volzinnen. In de praktijk blijken ze ingewikkeld terwijl voor het toepasbaar maken bedrijfswaarden moeten streven naar eenvoud.

Hoe zit het ook alweer?

Elke organisatie met kapitaalintensieve goederen (assets) houdt zich in min- of meerdere mate bezig met assetmanagement. Assetmanagement is het halen van de maximale waarde uit deze assets.

Een minimale voorwaarde om de waarde te kunnen bepalen is dat er is afgesproken wat waarde is en hoe verschillende waarden zich tot elkaar verhouden. Binnen assetmanagement wordt een dergelijk waardesysteem vaak het bedrijfswaardenmodel genoemd. Hierin wordt opgenomen hoe de verschillende aspecten van waarde ten opzichte van elkaar gewogen moeten worden, zowel in een direct vergelijk, als in een vergelijking met onzekerheid als in een vergelijking op verschillende momenten. Een goed model helpt je bij het maken van keuzes omdat je goede – op waarden gebaseerde – afwegingen kunt maken.

In de praktijk blijkt dit niet altijd even eenvoudig. Het benoemen van een bedrijfswaarde lukt nog wel. Een volgende stap om duidelijk te maken wat ermee wordt bedoeld wordt al ingewikkelder. Het toepasbaar maken ervan blijkt in de praktijk pas echt tegen te vallen. Het model wordt daarmee een blok aan het been i.p.v. dat het je helpt de juiste keuzes te maken.

Hoe komt dit? En wat kan je eraan doen?

terug naar de basis

Een aantal basiskenmerken voor bedrijfswaarden:

  1. Bedrijfswaarden worden in grote lijnen bepaald door de belanghebbenden van een organisatie. Dit zijn klanten, afnemers, ingezeten, andere bedrijven, overheidsinstellingen, etc.
  2. De bedrijfswaarden bepalen waaraan een organisatie een bestaansrecht aan ontleent.
  3. Een bedrijfswaarde is meer dan enkel een financiële waarde.
  4. Vraagt om van buiten naar binnen te denken.
  5. Staan los van elkaar, maar kunnen elkaar wel beïnvloeden.
  6. Moeten toepasbaar zijn.

Hoe je deze kenmerken het beste kan naleven ligt aan de organisatie, de cultuur en de creativiteit van degene die dit gaat organiseren.

Van buiten naar binnen

Een belangrijk kenmerk is van buiten naar binnen denken. In mijn beleving gaat het daar in veel organisaties mis. Gesterkt door tools met daarin opgenomen bedrijfswaarden (of organisatiewaarden), de betekenis ervan en zelfs eenheden om ze te meten, gaan beleidsmakers aan de slag om de beste en belangrijkste bedrijfswaarden te kiezen voor de organisatie. Dat lijkt plausibel, maar pakt in de praktijk toch verkeerd uit met als gevolg een op het oog mooi model met waarden die in de praktijk niet of nauwelijks toepasbaar zijn. De totstandkoming van keuzes met zo’n model gaat gepaard met veel kunst en vliegwerk. Keuzes die bovendien moeilijk reproduceerbaar zijn. Voorkom dat er voor de belanghebbenden wordt gedacht door ze eerst inzichtelijk te maken. Bepaal daarna wat zij van jouw organisatie verwachten.

Belanghebbenden

Vergis je niet, het aantal belanghebbenden is doorgaans meer dan je in eerste instantie zou denken. Een brainstorm met diverse deelnemers zal een verrassend resultaat opleveren.

Als je de belanghebbenden in beeld hebt, dan helpt het om ze te prioriteren. Dit kun je doen door ze te plotten in een matrix met op de x-as het afbreukrisico dat de belanghebbenden kunnen veroorzaken voor jouw organisatie. Op de y-as de belangrijkheid van de belanghebbenden voor jouw organisatie. Doe dit niet alleen, maar met anderen én vanuit verschillende perspectieven. Houdt daarbij het kenmerk “van buiten naar binnen” in gedachten. Door een slimme aanpak kan je komen tot een betrouwbare prioritering. Met de hoogst geprioriteerden ga je aan de slag.

Voor deze top aan belanghebbenden plan je interviews in. Dat is én leuk om te doen en buitengewoon nuttig voor het verkrijgen van informatie op betrekkingsniveau. De centrale vraag tijdens die interviews is: wat verwacht je van mijn organisatie?

Om maar direct een misverstand uit de weg te ruimen: stel dat je maar 10% van de belanghebbenden interviewt, dan wil dat niet zeggen dat de verwachtingen van deze 10% geheel anders is dan van de 90% die niet is geïnterviewd. Er is altijd een overlap, omdat de 10% meer en hogere verwachtingen hebben dan de anderen.

Heb je de verwachtingen omschreven, dan kan je de steekwoorden omcirkelen. Dit doe je wederom niet alleen. Wat overblijft zijn in de basis de bedrijfswaarden voor jouw organisatie. Deze heb je nu van buiten naar binnen bepaald en vertellen je het bestaansrecht van jouw organisatie. Leg je daar de missie en visie van de organisatie naast, dan is de kans groot dat je deze kan doorvertalen naar jouw aanpak. Zo niet, dan kan het zomaar zijn dat de focus in jouw organisatie wordt gelegd op zaken die – volgens de belanghebbenden – niet tot de kerntaak van de organisatie behoren. Dat is ook waardevol om te weten.

oké, ik heb de bedrijFswaarden. En dan?

Een valkuil in het gebruik van bedrijfswaarden is dat de eenheid of indicator waarin ze kunnen worden uitgedrukt te ingewikkeld is. En dus niet toepasbaar. Het is heel verleidelijk om bijvoorbeeld procesparameters op te nemen om te duiden of aan een waarde wordt voldaan. Procesparameters zijn uitermate belangrijk om het proces te sturen en dus nuttig om te hebben. Om de invloed van de uitval van een assetsysteem op de procesparameters te bepalen wordt al ingewikkelder. Zeker wanneer gebruik wordt gemaakt van een logaritmische schaalverdeling van de bedrijfswaardenmatrix (of risicomatrix). Voor assetmanagement besluiten zijn procesparameters te veel detail.

Mijn ervaring is dat de eenheid waarin een bedrijfswaarde wordt uitgedrukt toepasbaar is als:

De eenheid meetbaar en/of schatbaar is voor de organisatie en/of waarneembaar is voor de omgeving (belanghebbenden).

Een geuremissie gaat over stank. Te veel geluid gaat over decibellen. Maar beide verzorgen overlast voor de omgeving. Overlast kan in beeld worden gebracht door het aantal overlastdagen. Hiermee komt direct een onderscheid naar boven voor installaties binnen bebouwd gebied en daarbuiten. Dit omdat het aantal overlastdagen is gekoppeld aan het aantal mensen dat in een gebied woont die (potentieel) overlast ervaren.

In het verlengde daarvan geldt bijvoorbeeld voor een universiteit de bedrijfswaarde kwaliteit onderwijs en onderzoek relevant zijn wanneer deze wordt uitgedrukt in bijvoorbeeld het aantal verliesdagen van onderwijs en verlies van onderzoek. Dit omdat het vastgoed waarin onderwijs of onderzoek niet beschikbaar is.

Een veel gebruikte bedrijfswaarde is compliance (of wet- en regelgeving). Het adagio is dat hier altijd aan wordt voldaan. In de kern is dat juist en daarom zijn installaties en processen zo ingericht dat er aan wordt voldaan. Interessanter is voor deze waarde de consequentie van het niet voldoen. Wat is dan de ernst van de juridische gevolgen? Dit kan lopen van een waarschuwing, een boete, een strafzaak, een daadwerkelijke veroordeling en zelfs een gevangenisstraf.

Streven naar eenvoud

Wil je bedrijfswaarden toepasbaar maken zorg dan voor eenvoud in de indicatoren. Dat is geen verarming van de waarde zelf, maar een uiting van snappen waar en voor wie de waarde is bedoeld. Als je het dan ook voor elkaar krijgt om de indicatoren logaritmisch in te delen in de risicomatrix dan heb je de medewerkers die ermee gaan werken pas echt geholpen. Je kunt er vanuit gaan dat met het model goede keuze gemaakt worden. Mits de medewerkers in de toepassing van het model getraind zijn.

Foto: Kepner-Tregoe.com

LEAM is expert in het toepasbaar maken van bedrijfswaarden en het (didactisch) faciliteren van het gebruik ervan.

De verkiezingen verdienen een schokgolf

Uit peilingen blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlanders (c.a. 70%) het klimaat belangrijk vindt. Er zijn zorgen over de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan. Alleen al daarom verdienen de verkiezingen een schokgolf.

Dat deze gevolgen groot zijn is goed te zien in de klimaat risicomatrix. Hierin zijn de gevolgen op zes maatschappelijke waarden per graad temperatuurstijging te lezen. Hoe je deze matrix kunt lezen vind je hier.

In dat pleidooi komt naar voren dat de opwarming van de aarde veruit het belangrijkste globale risico van deze tijd is. De (globale) maatregelen die we hiertegen nemen zijn bovendien ook bepalend voor ontwikkeling van de biodiversiteit, het andere Zwaard van Damocles. Het risico is zelfs zo dreigend dat de behaalde resultaten op de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)die in 2015 door de Verenigde Naties zijn vastgesteld al bij twee graden opwarming onder druk staan. En dat lees je hier.

Beschouwing

Wanneer je de klimaat risicomatrix combineert met de SDG’s en met de idealen van de (belangrijkste) politieke partijen komt daar geen positief beeld uit. Een recht toe recht aan beschouwing.

Bijdrage van de partij idealen aan de opwarming van de aarde

Het akkoord van Parijs uit 2015 – waar is afgesproken dat de globale temperatuur niet meer dan anderhalve graad (wens) en toch zeker niet meer dan twee graden (eis) mag stijgen voor het einde van deze eeuw – is achterhaald. Tenzij de wereldwijde uitstoot van CO2 direct tot nul kan worden teruggebracht. Dat is niet realistisch. De globale temperatuur is inmiddels al tot 1,2 – 1,3°C gestegen. De verwachting is dat de globale temperatuur over één decennium is gestegen tot 2°C. 70 jaar te vroeg en zonder afvlakking van deze stijging. Die afvlakking kan er wel komen. Het huidige globale regeerbeleid moet dan drastisch worden omgegooid. Dus ook de Nederlandse bijdrage daaraan.

Verkiezingen

De verkiezingen in maart bieden uitkomst. Nu wordt zichtbaar welke idealen worden nagestreefd en welke bijdrage dat heeft op de globale temperatuurstijging. Zo stevent het ideaal van Forum voor Democratie naar een onherroepelijke 6°C stijging van de temperatuur. Dat komt door de ontkenning van klimaatverandering. De PVV doet het niet veel beter. Zij zien de opwarming als een natuurlijk fenomeen. Denk en de SGP zien wel degelijk een dreiging, maar achten het desondanks niet nodig om de doelen uit de klimaatwet te halen. Die kunnen best wel een beetje minder.

VVD en CDA volgen de Europese doelstellingen. Maar deze zijn achterhaald. Het is zeer goed denkbaar dat de Europese doelstellingen binnen afzienbare tijd verder aangescherpt gaan worden. Dat biedt dan nog enigszins hoop. De bereidheid om te investeren in het klimaat is de laatste jaren bij de VVD wel gegroeid. De luchtvaart laat ze echter ongemoeid. Het CDA houdt ook de achterban angstvallig in de gaten. De landbouw mag er geen hinder van ondervinden.

Iets meer ambitie

Christen Unie en PvdA hebben een ligt hogere ambitie dan de 49% doelstelling. Zij gaan uit van een CO2 reductie van 55%. GroenLinks en D66 gaan zelfs uit van een reductie van 60%. Dit ideaal zal bijdragen aan een globale temperatuurstijging van 2,5 tot 3°C. De enige partij die echt ambitieuze idealen heeft is Partij voor de Dieren. Zij mikken op een reductie van 75%. Een ideaal dat een bijdrage heeft van 2 tot 2,5°C. Dat zij juist flink willen “snijden” in de veestapel is geen verrassing.

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen

De SDG’s zijn van 2016 tot 2030 van kracht, en vervangen de millenniumdoelstellingen die eind 2015 zijn vervallen. Er zijn 17 doelstellingen en 169 onderliggende targets om deze doelen te operationaliseren. De lidstaten moeten zelf zorgen voor vertaling in nationaal beleid. In de partijprogramma’s zijn de idealen van de partijen terug te lezen. Maar aangezien ik het risico per graad temperatuurstijging als belangrijkste risico beschouw is het nuttig om nogmaals deze stijging te vertalen naar de SDG’s.

Haalbaarheid SDG’s op basis van partij-idealen voor het klimaat

De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn qua idealen haalbaar. Ze vasthouden zal niet lukken en dat is een groot probleem. Het voorkomen hiervan vraagt om een omwenteling in denken en handelen. Het vraagt om onze overtuigingen te aanschouwen en los te laten. Maar het vraagt vooral om onze eigen idealen te onderzoeken, te erkennen én aan vast te houden.

Je krijgt wat je verdiend

Het politieke landschap is meer versnipperd dan ooit. Er kan gekozen worden uit vertegenwoordigers van 37 partijen. Bij zo’n aanbod ligt het strategisch stemmen op de loer, maar met strategisch stemmen verloochen je jouw idealen. Zelfs als deze op dit moment onrealistisch lijken. Er is een schokgolf nodig! Als we als mensheid willen dat de volgende twee generaties kunnen (over)leven. Dan moet je niet de schuld schuiven in andermans schoenen, maar zelf verantwoordelijkheid nemen.

Wat de uitslag van de verkiezingen in maart ook zijn. Je krijgt de regering die je verdient.

Climate-change in a riskmatrix

Good news! We still have a chance to limit global warming to the desired 1.5°C.

Asset management is about decision making. Making decisions is then supported by a balancing framework. This framework is called the business values model. Often this model is linked to a riskmatrix. The simple approach to risk is opportunity times effect. An unwanted event (effect) multiplies by the likelihood (or variants thereof) of occurrence. With this, asset management decisions find their legitimacy in the risks you want to mitigate. This means that you want to increase the certainty that a risk does NOT occur.

Social value

A better approach to risk is therefore: the effect of uncertainty on the agreed objectives. These objectives are reflected in the company’s values. In the climate riskmatrix, these are social values. The matrix thus provides an imagery of the disruption that the rise of the global temperature causes on social values.

In January 2019, my first climate article on how asset management can contribute to the achievement of climate goals appeared earlier on the LEAM website. This was a mind experiment. For that experiment, it was necessary to develop an equivalent of a set of company values. It became the social values that are also used in the climate riskmatrix.

Social Values
effect of uncertainty

The degree of the uncertain effect is also important. This can be overcome by an acceptance limit. However, this acceptance limit has a variable bandwidth due to the perception of risk. But the acceptance limit for climate-related risks is not fixed. It is not for nothing that there is no guiding climate policy for the whole world due to the differing perceptions of countries. This is better known as the prospect theory (1979) of Daniel Kahneman and Amos Tversky. The theory states that the preference of decisions in uncertainty depends on the circumstances.

The theory and the accompanying research show that the choice people make by feeling is influenced by the way they are presented. Today we find this important insight for behavioral economics (hidden) back in, among other things, buying behavior on the internet. And thus also in the reports on climate, which unfortunately often give a different picture of reality.

climate riskmatrix

The perception of risk imposes requirements on how we define risk and therefore also how we determine acceptance using an assessment framework or a riskmatrix.

In the context of asset management, risk management is about events that can occur in multiple locations. For example, the thawing of large amounts of ice or forest fires. However, these events do not apply to the climate riskmatrix. They are a consequence of the global temperature getting warmer and even contribute to the effect becoming a cause. This phenomenon is called positive feedback loop. The abstraction of the climate riskmatrix is ​​that it is limited to events that manifest themselves over a longer period, namely the rise of the global temperature itself.

Climate Riskmatrix
Logarithm

The abstraction forces a scale over a longer period. This can be done by using a logarithmic scale. In the climate riskmatrix, a factor of 3 has repeatedly been applied to both the probability of occurrence and the effect upon occurrence. To utilize the clarity and several other advantages, the matrix is ​​limited to six possibilities on the probability and effect side. Which also corresponds nicely with six degrees increase in temperature. The broader the logarithmic scale is chosen, the greater the uncertainty can / may be to remain in the same risk area. When we set up the matrix properly, each effect category has the same weight for each social value. This allows us to express the risks of each degree of temperature rise in a monetary equivalent. That immediately puts an end to the political discussion how much money to spent on climate. In all cases, the damage is higher than the costs to prevent it. The longer (global) politics remains stagnant or even denying, the greater the consequences we also will experience. You may wonder which circumstance will become THE wake-up call to act decisively as one world.

Exclude perception

Back to the perception of risk. For many people, the word risk has a nasty aftertaste. They prefer to talk about opportunities. It is not about the effect of uncertainty on the agreed objectives, but about opportunities to achieve the objectives. However, risks offer a great opportunity to do better, while opportunities also introduce new risks. For the time being, it is mainly perception that you want to exclude as much as possible with a riskmatrix.

completion of the matrix

In 2007 Mark Lynas wrote his internationally acclaimed work: Six degrees. He described the effects that would occur with a global warming of 1° C, 2° C and so on to 6° C.

On December 12, 2015, The Paris Agreement was presented at the climate conference. It is about the political will to limit global warming to 1.5° C by the end of the 21st century, but certainly not over 2° C. The agreement started on November 4, 2016.

This year, Mark Lynas has written a revised version of his book, the main reason being that the effects he described and envisioned in 2007 for the mid-21st century became reality in 2015. As of 2015, the average temperature of the Earth’s surface has permanently increased by 1° C due to human intervention. And if we continue the same footing, 2° C will be reached in 10 to 15 years. It does not stop there. Due to positive feedback (self-reinforcing effects), under normal circumstances, it is highly likely that everyone in middle age and younger will experience a 3° C rise in temperature in the mid-century and hit 4° C in 50 years from now.

I was deeply touched and shocked, because of which I began to sift through the book and other sources to identify the effects for each social value per degree of warming. To keep the matrix readable, I have identified the main outlines of events. The chosen logarithmic scale of a factor of 3 turned out to be sufficiently consistent to allow for the uncertainties of the future. Uncertainties that seem to be increasingly confirmed by other sources.

Read the matrix

It may take some practice. The bottom row describes current events. Warming is already underway. The oceans, which have absorbed more than 1/3 of the extra CO2 emissions, are already acidifying and disruption of the oceanic ecosystem is in full swing. Life in the oceans is the canary in the coal mine. On the far right we see the chance of occurrence. Translated in the matrix as factual. The intersection where fact (probability) and current (consequence) converge is the current risk. In the matrix this is High (H). The risks run from Negligible (N) to Low (L), Medium (M), High (H), Very High (VH) to Unacceptable (U).

This matrix is a fixed matrix. The effect categories are linked to a degree of temperature increase each time. A category of impact per social value is possible, but this is how you separate them from the increase in temperature.

I wrote that if humanity continues to emit globally as we do now, the temperature will increase by one degree in 10 to 15 years to the maximum 2°C target in the climate agreement. When you read the riskmatrix, the current red risk H is very close to the purple risk VH. A huge set of measures is needed to ensure that the risk will not increase. If we want to reduce the risk, the to take measures will be so far-reaching that they will be disruptive to the way today’s social systems are designed.

the good news

The good news is that we still have the chance to limit global warming to 1.5°C.  By immediately stopping CO2 emissions worldwide and completely reducing global livestock to zero in the short term. After which the vacant land is planted with forest and smart arable farming to continue to feed the increasing world population. These measures will certainly introduce many new risks for people and society and how they are systemically organized.

But if we want to survive as humanity, we must face up to the uncertainties that ensue.

This article is a translated version of the Dutch variant that appeared earlier on this website. It is also published at maincontract.nl